Hoofdstuk 3 - finish up unit 3 t/m 5

Bij methode Finish Up deel 1 aangemaakt op 29-10-2021 door levi en inmiddels 349 keer bekeken.
Leerjaar: 4

Vragen

human = menselijk
appearance = uiterlijk
scar = litteken
familiar = bekend, vertrouwd
sensitive = gevoelig
to expose (to) = blootstellen (aan)
exposure = blootstelling
to breathe = ademen
naked, nude = naakt
though, although = hoewel
sight = gezichtsvermogen
to perspire = transpireren
perspiration = transpiratie
bald = kaal
to dye = verven (haar, kleding)
muscle = spier
to remove = verwijderen
obese = zwaarlijvig
obesity = zwaarlijvigheid
slim = slank
to slim = afslanken, afvallen
features = gelaatstrekken
wrinkle = rimpel
graceful = gracieus, sierlijk
skull = schedel
sense = zintuig
limbs = ledematen
fatigue = vermoeidheid
To shiver = huiveren, rillen
lame = mank
to seize = grijpen
strength = kracht(en)
health = gezondheid
healthy = gezond
flu / influenza = griep
disease, illness = ziekte
contagious, infectious = besmettelijk
to deteriorate = slechter worden
to cause = veroorzaken
cause = oorzaak
risk = risico
ordinary = gewoon
to consult = raadplegen
to examine = onderzoeken
tranquilliser = kalmeringsmiddel
label = etiket
to ensure = ervoor zorgen
habit = gewoonte
disabled = gehandicapt, invalide
disability = handicap
chest = borstkas
paralysed = verlamd
kidney = nier
oxygen = zuurstof
contraception = anticonceptie
contraceptive = anticonceptiemiddel
pregnant = zwanger
pregnancy = zwangerschap
maternity = moederschap
paternity = vaderschap
to hurt = pijn doen
to have a fever = koorts hebben
stroke = hersenbloeding
to rehabilitate = revalideren
to prescribe = voorschrijven
prescription = recept
to treat = behandelen
treatment = behandeling
necessary = nodig
surgeon = chirurg
plastic surgery = plastische chirurgie
surgery = spreekkamer
surgery hours = spreekuur
to perform = uitvoeren, verrichten
general practitioner, GP = huisarts
physician = arts
tissue = weefsel
directions = aanwijzingen, instructies
to bear, to endure = verdragen, uithouden
to operate on = opereren
to recover = herstellen
recovery = herstel
to tempt = in de verleiding brengen
temptation = verleiding
to resist = weerstaan
resistance = weerstand
irresistible = onweerstaanbaar
pharmacy = apotheek
medicine, drug = Medicijn
mortal, lethal = dodelijk
(im)mortal = (on)sterfelijk
mortality = sterftecijfer