Hoofdstuk 29 - Sports (1)
Bij methode Finish Up aangemaakt op 11-09-2021 door julian en inmiddels 365 keer bekeken.
Leerjaar: 4
Niveau: vwo
Vragen
spectator = toeschouwer to cancel / to call off = afgelasten to deserve = verdienen to beat (beat-beaten) = verslaan (1) to defeat = verslaan (2) defeat = nederlaag win / victory = overwinning draw = gelijkspel to replace = vervangen to support = steunen to promote = bevorderen pitch = veld artificial = kunst / kunstmatig to go in for = doen aan exhausted / worn out = uitgeput to exchange = ruilen / uitwisselen to challenge = uitdagen challenge = uitdaging event = gebeurtenis event = nummer to lag behind = achterblijven to cheer = juigen referee = scheidsrechter abusive language / foul language = scheldwoorden to swear at (swore-sworn) = uitschelden to eliminate = uitschakelen (im)partial = (on)partijdig (im)partiality = (on)partijdigheid honourable = eervol highlight = hoogtepunt