84/94
Bij methode Finish Up aangemaakt op 09-07-2021 door dex en inmiddels 373 keer bekeken.
Leerjaar: 5
Niveau: vwo
Vragen
age = leeftijd, eeuw, tijdperk century = eeuw (100 jaar) epoch, era = tijdperk opportunity = goede gelegenheid, kans occasion = gelegenheid on the occasion of = ter gelegenheid van occasionally = af en toe to postpone, to put off = uitstellen contemporary = tijdgenoot, modern, eigentijds to expire = verlopen, aflopen of late, lately, recently = de laatste tijd recently = onlangs, kort geleden prospect = vooruitzicht to predict = voorspellen unpredictable = onvoorspelbaar predictable = voorspelbaar prediction = voorspelling origin = oorsprong elderly = bejaard mankind = de mensheid instant, moment = ogenblik instant, immediate = onmiddellijk generation gap = generatiekloof schedule = tijdschema currently = op het ogenblik likely, probable = waarschijnlijk (2x) likelihood, probability = waarschijnlijkheid (2x) landmark = keerpunt, mijlpaal gradual(ly) = geleidelijk eternal, perpetual = eeuwig (2x) eternity = eeuwigheid ultimately, eventually = uiteindelijk, ten slotte (2x) coincidence = toeval to cease = ophouden former = vroeger stage = stadium (in)convenient = (on)geschikt to suit = schikken instalment = termijn episode, instalment = aflevering (2x) premature = voorbarig, te vroeg Middle Ages = Middeleeuwen medieval = middeleeuws simultaneously = tegelijkertijd to accelerate, to speed up = versnellen (2x) custom = gewoonte leap year = schrikkeljaar to approach = naderen approach = nadering, benadering to be delayed = vertraging hebben delay = vertraging to prolong = verlengen rarely, seldom = zelden (2x) annual = jaarlijks outdated, obsolete = verouderd (2x) unprecedented = ongekend advance, progress = vooruitgang, vordering (2x) in advance = vooraf, vooruit decade = tien jaar, decennium novelty = nieuwigheid, iets nieuws to precede = voorafgaan aan adolescence = puberteit adolescent = puber transition = overgang peer = leeftijdgenoot peer group = leeftijdsgroep to succeed = opvolgen successor = opvolger predecessor = voorganger long-term = langetermijn- short-term = kortetermijn- durable = duurzaam maiden = eerste anniversary = verjaardag wedding anniversary = trouwdag to anticipate, to expect = verwachten in anticipation of = in afwachting van contrary to = tegen, in tegenstelling tot on the contrary = integendeel in succession = achter elkaar ancient = oud, zeer oud antiquity = de oudheid excavation = opgraving precious = kostbaar remains, remnants = resten, restanten relic = overblijfsel to catch up with = inhalen centenary, centennial = eeuwfeest precursor = voorloper to preserve = bewaren, behouden preservation = behoud posterity = het nageslacht to terminate = beëindigen termination = beëindiging terminal = ongeneeslijk interval = pauze senior citizen = gepensioneerde previous = vorig religion = godsdienst religious = godsdienstig faith = geloof sin = zonde muslim = moslim jew = jood priest = priester to pray = bidden prayer = gebed mosque = moskee sermon = preek vicar, minister = dominee imam = imam clergy = geestelijkheid clergyman = geestelijke to baptise, to christen = dopen heaven = hemel sacred = heilig to worship = vereren, aanbidden virgin = maagd Easter = Pasen Whitsun, Whitsuntide = Pinksteren to fast = vasten Sugar Feast = Suikerfeest gospel = evangelie to bless = zegenen choir = koor monk = monnik monastery = klooster nun = non Convent = klooster (voor nonnen) mind = geest to mind = erg vinden, passen op, zich bemoeien met clever, bright, smart = knap to assume = aannemen to imagine = zich voorstellen image = beeld to take great pains = veel moeite doen imagination = fantasie imaginary, fictional = denkbeeldig, verzonnen to ignore = negeren common sense = gezond verstand conscious of, aware of = zich bewust van awareness = besef to solve = oplossen solution = oplossing conscience = geweten respect = opzicht to occur to = opkomen bij lunatic, madman = gek lunacy = waanzin to console, to comfort = troosten consolation, comfort = troost to remind of = herinneren aan to cheat = bedriegen, vals spelen ahead = vooruit firm = vastberaden credible = geloofwaardig credibility = geloofwaardigheid incredible = ongelooflijk to face = onder ogen zien to be faced with = geconfronteerd worden met complicated, intricate = ingewikkeld absorbed in = verdiept in narrow-minded = bekrompen liberal = ruimdenkend, liberaal to persuade = overreden, overhalen persuasion = overredingskracht to convince = overtuigen curious = nieuwsgierig curiosity = nieuwsgierigheid to judge = beoordelen circumstance = omstandigheid to acknowledge = erkennen superstition = bijgeloof superstitious = bijgelovig ridiculous = belachelijk omen = voorteken to concern = aangaan, betreffen evil = kwaad witch = heks spell = betovering to distract = afleiden distraction = afleiding prejudice, bias = vooroordeel prejudiced, biased = bevooroordeeld to interfere (in) = zich bemoeien (met) interference = bemoeienis, inmenging to betray = verraden betrayal, treason = verraad traitor = verrader to insist on = erop staan, aandringen op aim, goal, objective = doel to consider = overwegen to disregard = negeren, in de wind slaan to regret = betreuren Regret = spijt spirit = geest Spiritual = geestelijk Myth = mythe To trust = vertrouwen To distrust = wantrouwen to dominate, to predominate = overheersen dominance, predominance = overheersing dominant, predominant = overheersend, dominant cunning, sly = sluw, listig sensible = verstandig to exist, existence = bestaan faith = geloof, vertrouwen faithful = trouw nerve = lef, durf mutual = wederzijds to determine = bepalen determined = vastbesloten controversy = controverse, grote onenigheid controversial = controversieel to stand = uitstaan hypocrite = huichelaar hypocrisy = huichelarij to suspect = vermoeden to presume = aannemen presumption = veronderstelling presumably = vermoedelijk incoherent = onsamenhangend to consent (to) = toestemmen (in) consent = toestemming to dwell on = stilstaan bij, uitweiden over versatile = veelzijdig Thesis = stelling to memorise = van buiten leren to occupy = bezighouden far-fetched far fetched = vergezocht Unanimous = unaniem to evaluate = evalueren recollection = herinnering to grasp, to understand = begrijpen pitfall = valkuil to commemorate = herdenken to associate = in verband brengen, associëren to satisfy = tevredenstellen satisfaction = tevredenheid, voldoening (un)satisfactory = (on)bevredigend (dis)satisfied, (dis)contented = (on)tevreden to amaze, to astonish = verbazen amazement, astonishment = verbazing amazing, astonishing = verbazingwekkend relieved = opgelucht relief = opluchting to reconcile = verzoenen reconciliation = verzoening silly = dwaas suspense = spanning impression = indruk impressive = indrukwekkend to fear = bang zijn, vrezen fear = angst favour = gunst to scream = gillen to stun, to baffle = verbijsteren to move = ontroeren pride = trots proud (of) = trots (op) temper = humeur upset = van streek to upset = van streek maken to control oneself = zich beheersen self-control, self control = beheersing extraordinary = buitengewoon to worry = zich zorgen maken worried, concerned = bezorgd worry, concern = bezorgdheid, zorg grateful = dankbaar gratitude = dankbaarheid indignant = verontwaardigd indignation = verontwaardiging fuss = drukte tense = gespannen tension = spanning strain = spanning, stress to envy = benijden jealousy, envy = afgunst, jaloezie jealous of, envious (of) = jaloers (op) to confide = toevertrouwen confidence = vertrouwen confidential = vertrouwelijk confident = vol vertrouwen (in)sincere = (on)oprecht sincerity = oprechtheid affection = genegenheid, liefde to adore = erg veel houden van to appreciate = waarderen appreciation = waardering to embarrass = in verlegenheid brengen embarrassment = verlegenheid embarrassing = pijnlijk tie, bond = band