45/54

Bij methode Finish Up aangemaakt op 14-05-2021 door emma en inmiddels 338 keer bekeken.
Leerjaar: 4 Niveau: vwo

Vragen

liquid = vloeistof
current = stroming
source = bron
principal;main = voornaamste
shallow = ondiep
bank = oever (van rivier)
shore = oever (van meer)
course = loop
moist;damp;humid = vochtig 3x
moisture = vocht
humidity = vochtigheid
to reflect = weerkaatsen
high tide = vloed
low tide = eb
to float = drijven
surface = oppervlakte
smooth = glad
foam = schuim
swamp = moeras
to drain = droogleggen
well = put, bron
to drown = verdrinken
to cling, clung, clung = zich vastklemmen 3x
to flood = overstromen
flood = overstroming
muddy = modderig
awful;terrible;horrible;dreadful = afschuwelijk 4x
to freeze, froze, frozen = vriezen 3x
below zero = onder nul
degree = graad
season = seizoen
forecast = voorspelling
to forecast = voorspellen
to predict = voorspellen
to improve = verbeteren
improvement = verbetering
(un)favourable = (on)gunstig
shower = regenbui
sévère = streng
gale;storm = storm
spell;period = periode
to rely on = vertrouwen op
reliable = betrouwbaar
reliability = betrouwbaarheid
phenomenon = verschijnsel
gloomy = somber
to prevail = heersen, overheersen
to be prevalent = veel voorkomen
(dis)agreeable = (on)aangenaam
shelter = schuilplaats
drought = droogte
ray;beam = straal
nasty = akelig, naar
to adjust;to adapt = zich aanpassen
to take advantage of = gebruik maken van
crime = misdaad
criminal = misdadiger, crimineel
crook = misdadiger
murder = moord 1
to murder = vermoorden 1
homicide = moord 3
to arrest = arresteren
to suspect = verdenken
suspicion = verdenking
suspicious = verdacht
suspect = verdachte
suspicious = argwanend / wantrouwig
to commit = plegen
to interrogate = ondervragen
corpse = lijk
to investigate = onderzoeken
investigation = onderzoek
Exhaustive = grondig, uitputtend
property = eigendom
to recover = terugvinden
hostage = gijzelaar
to threaten = Dreigen
threat = bedreiging
violence = geweld
violent = gewelddadig
to fake and to counterfeit = vervalsen, namaken 2
to forge = vervalsen, namaken 1
forgery;fake;counterfeit = vervalsing
theft = diefstal
precaution = voorzorgsmaatregel
trace = spoor
to trace = opsporen 1
clue = aanwijzing
scent = reukspoor
to rob = beroven
bank robber = bankrover
robbery = roof, beroving
disguised = vermomd
to pursue = achtervolgen
pursuit = achtervolging
to divide = verdelen
to stab = steken
to blackmail = chanteren
to rape = verkrachten
rape = verkrachting
rapist = verkrachter
to deny = ontkennen
denial = ontkenning
victim = slachtoffer
to bribe = omkopen
bribery = omkoperij
bribe = smeergeld
to assassinate = vermoorden 2
assassination = moord 2
plot = complot
shoplifter = winkeldief
shoplifting = winkeldiefstal
accomplice = medeplichtige
notorious = berucht
to accuse of = beschuldigen (van) 1
to charge with = beschuldigen (van) 2
accusation;charge = beschuldiging
fraud = fraude
involved in = betrokken bij
file = dossier
to file away = opbergen
to reveal / to disclose = onthullen
revelation = onthulling
to mug = met geweld beroven
drug trafficking = drugshandel
prohibited / forbidden = verboden
prohibition = verbod
fugitive = voortvluchtige
to loot = plunderen
to establish = vaststellen
to use force = geweld gebruiken
to detect = opsporen 2
rate = percentage
to allege = beweren
allegation = bewering
capable of = in staat tot
security;safety = veiligheid
secure / safe = veilig
pickpocket = zakkenroller
to stalk = stalken
to combat = bestrijden
juvenile delinquency = jeugdmisdaad
to seek = trachten, proberen
to lure = lokken
thug = gewelddadige crimineel
to smash = stukslaan
bar = staaf
ransom = losgeld
to ransom = loskopen
to extradite = uitleveren
extradition = uitlevering
warrant = machtiging
impostor = bedrieger, oplichter
to torture = martelen
inquest = lijkschouwing
coroner = lijkschouwer
plagiarism = plagiaat
to strangle = wurgen
to launder = witwassen
to seize = in beslag nemen
petty crime = kleine misdaad
to be at large = vrij rondlopen
to bug = afluisteren
to hide / to conceal = verbergen
legal = juridisch
illegal = onwettig, illegaal
lawyer = jurist, advocaat
trial = proces, strafzaak
lawsuit = rechtszaak
court = gerechtshof, rechtbank
solicitor;barrister = advocaat
witness = getuige
to witness = getuige zijn van
evident / obvious, apparent = duidelijk
judge = rechter
to judge = (be)oordelen
fact = feit
judgement = oordeel
to prove = bewijzen
evidence;proof = bewijs
exhibit = bewijsstuk
to defend = verdedigen
defence = verdediging
the accused;the defendant = de beklaagde
to acquit = vrijspreken
to doubt = (be)twijfelen
doubt = twijfel
innocent = onschuldig
innocence = onschuld
to believe = geloven
however = echter
to prove / to turn out;to emerge;to appear = blijken
law-abiding = ordelievend
to describe = beschrijven
description = beschrijving
accurate = nauwkeurig
to confess = bekennen
to convict (of) = veroordelen (voor)
convict;inmate = gedetineerde, gevangene
conviction = veroordeling
to penalise = straffen
to verify = verifiëren, nagaan
to banish = verbannen
trafficking = illegale handel
layman = leek
machinery = apparaat, systeem
guilt = schuld
guilty = schuldig
to find guilty = schuldig bevinden
to plead guilty = schuld bekennen
plea = pleidooi
to object (to) = bezwaar maken (tegen)
objection = bezwaar
oath = eed
mercy = genade
prison / jail / gaol = gevangenis
to jail = gevangen zetten
to prosecute;to persecute = vervolgen
prosecution = vervolging
prosecutor = officier van justitie
prosecuting counsel = aanklager
defence counsel = verdediger
warder;warden;guard = bewaker, cipier
to legalise = legaliseren
legislation = wetgeving
legislative = wetgevend
to state = verklaren, beweren
statement = verklaring, bewering
sentence = vonnis
life sentence = levenslang
to sentence to death;to condemn to death = ter dood veroordelen
penalty = straf
death penalty / capital punishment = doodstraf
hard labour = dwangarbeid
to maintain = handhaven
to sue = een proces aandoen
libel;slander = laster, smaad
to testify = getuigen
testimony = getuigenverklaring
verdict = uitspraak (van jury)
fee = honorarium
(in)competent = (on)bekwaam
(in)competence = (on)bekwaamheid, (in)competentie
to contradict = tegenspreken
contradiction = tegenstrijdigheid
contradictory = tegenstrijdig
custody = voogdij
in custody = in hechtenis
manslaughter = doodslag
case = (rechts)zaak
versus = versus, tegen
offence = overtreding
offender = overtreder
major = belangrijk, groot
minor = minder belangrijk, klein
to release = vrijlaten
on bail = op borgtocht
to counter = tegengaan
counterpart = tegenhanger
counterproductive = contraproductief
counter-attack = tegenaanval
to exclude = uitsluiten
to release on parole = voorwaardelijk vrijlaten