Hoofdstuk 26 - Hoofdstuk 26-30 ALLE WOORDJES
Bij methode Finish Up deel 1 aangemaakt op 14-04-2020 door sven en inmiddels 598 keer bekeken.
Leerjaar: 4
Niveau: vwo
Vragen
attitude = houding rigid = star to bully = pesten bully = pestkop to tend (to) = de neiging hebben (om te) tendency = neiging hostile = vijandig hostility = vijandigheid to tackle / to address = aanpakken gentle = zachtaardig to flatter = vleien to apologise = zich verontschuldigen apology = excuus apologetic = verontschuldigend to approve of = goedkeuren to disapprove of = afkeuren approval = goedkeuring disapproval = afkeuring hooligan = vandaal hooliganism = vandalisme impudent / insolent = brutaal impudence / insolence = brutaliteit to conform (to) = zich aanpassen (aan) to adapt (to) = zich aanpassen (aan) guideline = richtlijn to cope with = aankunnen measure = maatregel to deal with / to handle = omgaan met / aanpakken unruly = lastig / onhandelbaar to reverse = omdraaien the reverse = het omgekeerde role reversal = rolwisseling to pretend = doen alsof pretence = voorwendsel trick = streek / truc miser = vrek / gierigaard mean = gierig, gemeen authority = gezag to provoke = uitlokken provocative = uitdagend sense of humour = gevoel voor humor naughty = ondeugend to intrude = storen intrusion = inbreuk intruder = indringer similar = gelijkend similarity = overeenkomst to apply (to) = gelden (voor) craze = rage to realise = beseffen consequence = gevolg consequently = als gevolg / daarom polite = beleefd impolite = onbeleefd to agree (with) = het eens zijn (met) to disagree (with) = het oneens zijn (met) agreement = overeenstemming disagreement = verschil van mening / onenigheid deliberately = opzettelijk on purpose = opzettelijk to quarrel / to argue = ruziemaken quarrel / argument / row = ruzie harm = kwaad to harm = kwaad doen harmful = schadelijk harmless = onschadelijk affair = zaak to warn = waarschuwen warning = waarschuwing to decide = besluiten / beslissen decision = besluit / beslissing decisive = beslissend (im)patience = (on)geduld (im)patient = (on)geduldig addicted (to) = verslaafd (aan) addict = verslaafde addiction = verslaving addictive = verslavend couch potato = tv-verslaafde to detox = afkicken detox centre, rehab centre = afkickcentrum compulsive gambler = gokverslaafde shopaholic / compulsive shopper = koopzieke spectator = toeschouwer to cancel / to call of = afgelasten to deserve = verdienen to beat (beat - beaten) , to defeat = verslaan defeat = nederlaag win / victory = overwinning draw = gelijkspel to replace = vervangen to support = steunen to promote = bevorderen pitch = veld artificial = kunst(matig) to go in for = doen aan exhausted / worn out = uitgeput to exchange = ruilen / uitwisselen to challenge = uitdagen challenge = uitdaging event = gebeurtenis event = nummer to lag behind = achterblijven to cheer = juichen referee = scheidsrechter abusive language / foul language = scheldwoorden to swear at (swore / sworn) = uitschelden to eliminate = uitschakelen (im)partial = (on)partijdig (im)partiality = (on)partijdigheid honourable = eervol highlight = hoogtepunt league = competitie to keep to / to stick to = zich houden aan to comply with / to observe = zich houden aan fair = sportief substitute = invaller / vervanger match = partij / gelijke association = bond advantage = voordeel disadvantage / drawback = nadeel entry = inschrijving / deelnemer in favour of = ten gunste van endurance / stamina = uithoudingsvermogen to disqualify = diskwalificeren facility = voorziening / faciliteit agreement = overeenkomst to perform = presteren performance = prestatie exercise = lichaamsbeweging to exercise = oefenen to benefit = goed doen tournament = toernooi runner-up = tweede to manage to = erin slagen to succeed (of) = (erin) slagen keen = enthousiast contest = wedstrijd achievement = prestatie to achieve = bereiken to intervene = tussenbeide komen