⦾ alles laten zien ⦿ alles verbergen ⇄ omdraaien ⤨ herhaal moeilijk ⤨ shuffle

Overhoren - Hoofdstuk 21 - Speaking - 5

Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op . Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met of . Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.

Engels Nederlands
to interrupt = ... ?
proverb = ... ?
gossip = ... ?
to gossip = ... ?
curious, odd = ... ?
to utter = ... ?
remark = ... ?
to remark = ... ?
bilingual = ... ?
native language, native tongue, mother tongue = ... ?
subject = ... ?
to emphasize, to stress = ... ?
emphasis, stress = ... ?
fluent = ... ?
slang = ... ?
to chat = ... ?
silence = ... ?
silent = ... ?
account = ... ?
understatement = ... ?
to exclaim = ... ?
eloquent = ... ?
eloquence = ... ?
chairman = ... ?
narrator = ... ?
to hesitate = ... ?
hesitation = ... ?
to confuse = ... ?
confusing = ... ?

Klaar!