TBL FOR THE WIN

Bij methode Solutions aangemaakt op 22-08-2022 door dex en inmiddels 253 keer bekeken.
Leerjaar: 8 Niveau: basisschool

Vragen

attitude = houding
gratitude = dankbaarheid
polite = beleefd
praise = prijzen
adore = aanbidden
reassuring = geruststellend
hostile = vijandig
appaling = vreselijk
desperate = wanhopig
appal = verbijsteren
indignant = verontwaardigd
disdain = minachting
outrage = verontwaardiging
resentment = haat, wrok
anxious = ongerust
concerned = bezorgd
anguish = enorme bezorgdheid en angst
agonizing = zeer pijnlijk
commitment = grote inzet
blunt = bot
patronising = neerbuigend
condescending = neerbuigend
grieve over = rouwen over, treuren over
mourn = rouwen over, treuren over
dedicate to = wijden aan
reluctantly = met tegenzin
extraordinary = uitzonderlijk
thorough = grondig
appropriate = gepast, geschikt
substantial = flink, aanzienlijk
considerable = aanzienlijk
harsh = streng
sévère = streng
smooth = glad
numerous = talrijk
sufficient = voldoende
huge = enorm
vast = enorm
narrow = smal
bleak = troosteloos
trivial = onbelangrijk
superficial = oppervlakkig
moderate = matig
tedious = saai, eentonig
incoherent = onsamenhangend
outrageous = schandalig
inevitable = onvermijdelijk
virtually = vrijwel, praktisch
surpass = overtreffen
invariably = altijd
similar = dezelfde
approximately = ongeveer
potential = mogelijk
consistently = steeds, consequent
genuine = echt
artificial = namaak, niet echt, kunst
distinct = verschillend
merely = alleen, slechts
rather = tamelijk
gossip = roddel
rumour = gerucht
subject = onderwerp
topic = onderwerp
announce = aankondigen
convey = meedelen
endorse = goedkeuren
gesture = gebaar
issue = kwestie
abbreviation = afkorting
indicate = te kennen geven
refer to = verwijzen naar
claim = beweren
evade = ontwijken
regardless of = ongeacht
significance = belang
incomprehensible = onbegrijpelijk
exaggerate = overdrijven
emphasize = benadrukken
persuade = overtuigen
assure = verzekeren
acknowledge = erkennen
admit = toegeven
inform = meedelen
convince = overtuigen
resolve = oplossen
confirm = bevestigen
tempt = verleiden
regard as = beschouwen als
resent = kwalijk nemen
virtue = deugd
self-esteem = eigenwaarde, zelfrespect
sincere = oprecht
sensible = verstandig
modest = bescheiden
thoughtful = attent
benevolent = vriendelijk, behulpzaam
squemish = overgevoelig, gauw bang
shrewd = slim, sluw
meticulous = nauwkeurig
inhibited = geremd
persevere = doorzetten
reliable = betrouwbaar
mature = rijp, volwassen
obedient = gehoorzaam
bold = moedig
prudent = wijs, verstandig
down-to-earth = nuchter, praktisch
aspiring = ambitieus
pride = trots
anxiety = bezorgdheid
to be inclined to = de neiging hebben om
custom = gewoonte (van een volk)
sleazy = vies en goedkoop
brag = opscheppen
smug = zelfgenoegzaam
perilous = zeer gevaarlijk
conceited = verwaand
insolence = onbeschoftheid
offensive = beledigend
prejudiced = bevooroordeeld
vain = ijdel
stingy = gierig, vrekkig
ruthless = meedogenloos
indifferent = onverschillig
greedy = hebzuchtig
gloomy = somber
compulsive = dwangmatig
odd = vreemd
reckless = roekeloos
determined = vastberaden
understanding = begripvol
flexible = soepel
tolerant = verdraagzaam
independent = onafhankelijk
generous = gul
choosy = kieskeurig
ignorance = onwetenheid
allocate = toewijzen
estimate = schatten
affluent = rijk
destitute = berooid, zonder bezittingen
thrive = bloeien
collision = botsing
perform = presteren
relieve = verlichten
restore = herstellen
vanish = verdwijnen
reveal = onthullen
proceed = verder gaan