examenidioom h4,5,6 (deel 2)
Bij methode Solutions aangemaakt op 23-06-2022 door lars en inmiddels 276 keer bekeken.
Leerjaar: 4
Niveau: havo/vwo
Vragen
negeren = to ignore ergeren = to annoy weigeren = to refuse lijden = to suffer walgelijk = disgusting eerlijk gezegd = frankly helaas = unfortunately verwarrend = confusing gênant = embrassing erop staan = to insist doet denken aan = to remind of vertrouwen = confidence bewonderen = to admire bui = mood van streek zijn = upset veelvoorkomend = common over het algemeen = generally tamelijk = rather boeiend = fascinating uitzonderlijk = exceptional terecht = just nauwelijks = hardly heel klein = tiny weinig(enkelvoud) = little weinig (meervoud) = few meerderheid = majority minderheid = minority geschikt = suitable waardevol = valuable zoals het hoort = properly bestaan = existence overleven = to survive dakloos = homeless lichamelijk = physical zintuig = sense zuurstof = oxygen (in)slikken = to swallow bewust = aware aankomen (in gewicht) = to gain / to put on gewond = injured zorg = care verbouwen = to grow schepsel / dier = creature schadelijk = harmful ongevaarlijk = harmless