examenidioom h4,5,6 (deel 2)

Bij methode Solutions aangemaakt op 23-06-2022 door lars en inmiddels 194 keer bekeken.
Leerjaar: 4 Niveau: havo/vwo

Vragen

negeren = to ignore
ergeren = to annoy
weigeren = to refuse
lijden = to suffer
walgelijk = disgusting
eerlijk gezegd = frankly
helaas = unfortunately
verwarrend = confusing
gênant = embrassing
erop staan = to insist
doet denken aan = to remind of
vertrouwen = confidence
bewonderen = to admire
bui = mood
van streek zijn = upset
veelvoorkomend = common
over het algemeen = generally
tamelijk = rather
boeiend = fascinating
uitzonderlijk = exceptional
terecht = just
nauwelijks = hardly
heel klein = tiny
weinig(enkelvoud) = little
weinig (meervoud) = few
meerderheid = majority
minderheid = minority
geschikt = suitable
waardevol = valuable
zoals het hoort = properly
bestaan = existence
overleven = to survive
dakloos = homeless
lichamelijk = physical
zintuig = sense
zuurstof = oxygen
(in)slikken = to swallow
bewust = aware
aankomen (in gewicht) = to gain / to put on
gewond = injured
zorg = care
verbouwen = to grow
schepsel / dier = creature
schadelijk = harmful
ongevaarlijk = harmless