Overhoren - Hoofdstuk 5 - Zinnen TB 39 - vwo 5
Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op ⦾. Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met ✓ of ✗. Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.
Engels | Nederlands | ||
---|---|---|---|
Er is een leuke pub aan het eind van de weg. | = | ... | ⦾ ? |
Kun je er lekker eten? | = | ... | ⦾ ? |
Ik wil geen volledige maaltijd. | = | ... | ⦾ ? |
Wat wil je eten / drinken? | = | ... | ⦾ ? |
Een kleintje pils, graag. | = | ... | ⦾ ? |
Een kleine snack is voldoende. | = | ... | ⦾ ? |
Zal ik je glas nog eens bijvullen? | = | ... | ⦾ ? |
Heeft u Guinness van het vat? | = | ... | ⦾ ? |
Er zit geen schuim op mijn bier. | = | ... | ⦾ ? |
We hebben Heineken van het vat. | = | ... | ⦾ ? |
Mag ik twee beugelflessen? | = | ... | ⦾ ? |
Het is toch Nederlands bier? | = | ... | ⦾ ? |
En voor mij graag een groot glas tonic. | = | ... | ⦾ ? |
Ik vind dit Engelse bier helemaal niet lekker. | = | ... | ⦾ ? |
U moet nu echt gaan, dames en heren. | = | ... | ⦾ ? |