Hoofdstuk 8 - alle woorden van H8
Bij methode Opportunities / New Opportunities deel 1 aangemaakt op 16-01-2020 door daan en inmiddels 526 keer bekeken.
Leerjaar: 1
Vragen
above = boven across = dwars over action = actie, daad after = na air = lucht allowed = toegestaan anger = boosheid angry = boos any = enig any other = een ander athlete = atleet athletics = atletiek away = weg bad = slecht badly = slecht base = vestigen basic = elementair basically = in wezen bathroom = badkamer beat = verslaan bedroom = slaapkamer before = voor better = beter board = bord, plank bounce = stuiteren brave = dapper bravery = moed breathe = ademen by = met de calm = rustig catch = vangen clever = slim climbing = klimmen colourful = kleurig commentary = commentaar complicated = ingewikkeld conversation = gesprek crowd = menigte cycling = fietsen danger = gevaar decision = beslissing description of = beschrijving van dinner = avondeten display = tentoonstelling diving = duiken dressing room = kleedkamer during = tijdens easily = makkelijk event = gebeurtenis eye = oog fame = roem fantastic = fantastisch fantasy = fantasie fast = snel feel = zich voelen fish = vis fishing = vissen flying = vliegen for = voor, gedurende free = gratis fun = plezier glove = handschoen goal = doelpunt goalkeeper = keeper happen = gebeuren have got sth with you = iets bij je hebben have sth for dinner = iets als avondeten krijgen have to = hoeven, moeten high = hoog hit = slag, slaan hold = houden home = thuis how many = hoeveel how much = hoeveel ice = ijs ice hockey = ijshockey ice skating = schaatsen into = in island = eiland join = zich aansluiten bij kick = trappen last = laatste, vorig laugh = lachen look for sth = iets zoeken loud = hard love sb = van iemand houden make = maken match = wedstrijd matter = kwestie money = geld more...than... = meer… dan mountain = berg necessary = nodig nervous = zenuwachtig normal = gewoon nose = neus off = van … af oldest = oudste opinion = mening pool = zwembad possible = mogelijk probably = waarschijnlijk quickly = vlug race = wedstrijd referee = scheidsrechter reserve = reserveren rock climbing = bergbeklimmen rule = regel runner = hardloper sailing = zeilen science = wetenschap, natuurkunde scientific = wetenschappelijk score = scoren serve = serveren short-distance = korte-afstand similar to = net als slow = langzaam slowly = langzaam slowness = traagheid stadium = stadion success = succes successful = succesvol successfully = met succes surface = oppervlak surfing = surfen swimming = zwemmen than = dan this = dit, deze throw = gooien to = naar topic = onderwerp touch = aanraken tournament = toernooi track = renbaan up = op visitor = bezoeker wake sb up = iemand wakker maken wear = dragen whose = wiens win = winnen windsurfing = windsurfen