Hoofdstuk 7 - Hoofdstuk 7 Transport and travel EN-NL
Bij methode HCE Engels examenidioom aangemaakt op 11-04-2023 door gijs en inmiddels 208 keer bekeken.
Leerjaar: 5
Niveau: vwo
Vragen
junction = kruispunt traffic jam = verkeersopstopping speed ramp = verkeersdrempel verge = berm congestion = opstopping pace = snelheid altitude = hoogte right of way = voorrang rush hour = de spits, het spitsuur to exceed = overschrijden prohibited = verboden convertible = cabriolet casualty = slachtoffer collision = botsing to skid = slippen bend = bocht to avert = voorkomen cautious = voorzichtig to commute = forenzen destination = bestemming itinerary = reisplan, reisbeschrijving to be due = moeten aankomen carriage = wagon aviation = luchtvaart vehicle = voertuig maintenance = onderhoud cargo = lading to dazzle = verblinden valid = geldig to stroll = slenteren to roam = zwerven to come across = toevallig tegenkomen coach = touringcar fare = tarief, kaartje leaflet = folder to assemble = zich verzamelen to abandon = verlaten to disembark = van boord gaan pit stop = (korte) tussenstop (tijdens een autoreis) hitchhiker = lifter