Hoofdstuk 7 - Hoofdstuk 7 Transport and travel EN-NL

Bij methode HCE Engels examenidioom aangemaakt op 11-04-2023 door gijs en inmiddels 132 keer bekeken.
Leerjaar: 5 Niveau: vwo

Vragen

junction = kruispunt
traffic jam = verkeersopstopping
speed ramp = verkeersdrempel
verge = berm
congestion = opstopping
pace = snelheid
altitude = hoogte
right of way = voorrang
rush hour = de spits, het spitsuur
to exceed = overschrijden
prohibited = verboden
convertible = cabriolet
casualty = slachtoffer
collision = botsing
to skid = slippen
bend = bocht
to avert = voorkomen
cautious = voorzichtig
to commute = forenzen
destination = bestemming
itinerary = reisplan, reisbeschrijving
to be due = moeten aankomen
carriage = wagon
aviation = luchtvaart
vehicle = voertuig
maintenance = onderhoud
cargo = lading
to dazzle = verblinden
valid = geldig
to stroll = slenteren
to roam = zwerven
to come across = toevallig tegenkomen
coach = touringcar
fare = tarief, kaartje
leaflet = folder
to assemble = zich verzamelen
to abandon = verlaten
to disembark = van boord gaan
pit stop = (korte) tussenstop (tijdens een autoreis)
hitchhiker = lifter