politics
Bij methode HCE Engels examenidioom aangemaakt op 19-01-2022 door julian en inmiddels 347 keer bekeken.
Leerjaar: 5
Vragen
to elect = kiezen election = verkiezing constitution = grondwet constitutional = grondwettelijk according to = volgens poll / opinion poll = peiling / opiniepeiling to go to the polls = gaan stemmen electorate = electoraat / kiesgerechtigden civil servant = ambtenaar the civil service = overheidsdienst empire = rijk / keizerrijk emperor = keizer empress = keizerin to join = lid worden van constituency = kiesdistrict constituent = kiezer (in kiesdistrict) subject = onderdaan / burger to rule / to reign = heersen / regeren ruler = heerser to abuse = misbruiken abuse = misbruik people = volk to be in charge (of) = de leiding hebben (over) prominent = vooraanstaand / prominent council / town council = gemeenteraad