Hoofdstuk 6 - life and living things, blz 39 t/m 41 + 43

Bij methode HCE Engels examenidioom deel 1 aangemaakt op 05-02-2020 door mats en inmiddels 604 keer bekeken.
Leerjaar: 4 Niveau: vmbo-t

Vragen

existence = bestaan
to die of starvation = van de honger omkomen
to chase = achtervolgen
to wander = zwerven
vet = dierenarts
paw = poot
chest = borst
species = soort
mammal = zoogdier
bug = insect
gender = geslacht
oxygen = zuurstof
fragrance = geur
corpse = lijk
mortality = sterfte
predator = roofdier
to breed = fokken
seed = zaad
fertile = vruchtbaar
soil = aarde
harvest = oogst
endangered = bedreigd
captivity = gevangenschap
prey = prooi
track = spoor
homeless = dakloos
conscious / aware = bewust
sense = zintuig
pulse = polsslag
vein = ader
creature = schepsel
rural = landelijk
giant = reus
to vomit = overgeven
to swallow = slikken
fur = bont
breed = ras
vermin = ongedierte
to ache = pijn doen
to survive = overleven
physical = lichamelijk
muscle = spier
throat = keel
to breathe = ademhalen
stomach = maag
to gain / to put on = aankomen
injured = gewond
care = zorg
forest = bos
to grow = verbouwen
area = gebied
harmful = schadelijk
harmless = onschadelijk
pet = huisdier