Frequent words in exam questions

Bij methode HCE Engels examenidioom aangemaakt op 24-09-2020 door gijs en inmiddels 387 keer bekeken.
Leerjaar: 6 Niveau: vwo

Vragen

paragraph = alinea
according to = volgens
to reach = bereiken
to illustrate = illustreren / duidelijk maken
to imply = suggereren / laten doorschemeren
to make clear = duidelijk maken
to explain = uitleggen
to express = uitdrukken
aim / purpose = doel
main = hoofd- / voornaamste
main point = essentie / hoofdpunt
to serve = dienen ertoe
to refer to = verwijzen naar
to suggest = suggereren
to state = beweren
statement = bewering
to deal with = gaan over
to replace = vervangen
attitude = houding / opvatting
view = mening
point of view / viewpoint = standpunt
judging from = te oordelen naar / op grond van
to sum up / to summarise = samenvatten
to point out = duidelijk maken
to describe = beschrijven
to argue = beweren
what is the point made about …? = wat wordt er gezegd erover ...?
with regard to = met betrekking tot
with respect to = met betrekking tot
to insert = tussenvoegen
to characterise = typeren
to emphasise / to stress = benadrukken
to account for = verklaren
to conclude = concluderen
to appear from = blijken uit
to reflect = weergeven
to amount to = neerkomen op
quotation = citaat