Hoofdstuk 1 - .1 Nederlands-engels

Bij methode Of course! deel 5/6 aangemaakt op 12-09-2021 door emma en inmiddels 293 keer bekeken.
Leerjaar: 5

Vragen

aansluiten = to plug in
aarzelen = to hesitate
achteruitgang = decline
afleiden = to distract
afmattend = exhausting
bij elkaar kruipen = to huddle together
doel op zich = end in itself
draagbaar = portable
eisen = to demand
getuige zijn van = to witness
grootschalig = large-scale
heg = hedge
in de belangstelling staand = high-profile
instorten = to collapse
knuffel, omhelzing = hug
kraam = stand
lomp, onbeleefd = rude
nuchter = sober
omvang = extend
ongevaarlijk = harmless
onrecht = injustice
oorzaak en gevolg = cause and effect
overgeven = to vomit
puber- = pubescent
rechtop = upright
rij mensen = queue
schadelijk = harmful
strompelen = to stumble
tegen de tijd dat = by the time
thermosfles = flask
wc = loo
vechten tegen = to battle
verantwoordelijk voor = in charge of
verscheidenheid aan = variety of
verwaarlozing = neglect
vluchteling = refugee
zeuren, klagen = to whine
zich verzamelen = to assemble
zich wringen = to squeeze
zorgen voor = to mind