Hoofdstuk 3 - Alle woordjes!!!

Bij methode Of course! aangemaakt op 14-12-2020 door saar en inmiddels 457 keer bekeken.
Leerjaar: 4 Niveau: vwo

Vragen

16 worden = to turn 16
aan boord van = aboard
aanpakken, omgaan met = handle
begrafenis = funeral
bewoner = resident
bovendien = moreover
collega = colleague
concurreren = compete
dalen, verminderen = decrease
geboren = native
gebrekkig = faulty
geweldig = tremendous
gezaghebbend = prestigious
gezinslid = member of the family
juwelen = jewellery
katoen = cotton
kennis = acquaintance
kinderjaren = childhood
kwetsbaar = vulnerable
magazijn = warehouse
noodgeval = emergency
onbetaalbaar = priceless
opladen = charge
opvoeden = raise
overleving = survival
puber = adolescent
standbeeld = statue
toeval = coincidence
uit elkaar vallen = fall apart
uitpakken = unwrap
uitrusting = equipment
van gedachten veranderen = change my mind
verkering hebben met = date
verwijderen = remove
voetganger = pedestrian
volwassene = adult
voorzieningen = supplies
vroegere = former
zich verzetten tegen = oppose
afterlife = hiernamaals
ancient = zeer oud
artefact = kunstvoorwerp
carving = gravure
certified = bevoegd, gediplomeerd
claim = (op)eisen
decade = decennium, periode van 10 jaar
decayed = vervallen
defeat = nederlaag
on display = tentoongesteld
embark on = beginnen aan
endurance = uithoudingsvermogen
excavation = uit- / opgraving
life raft = reddingsvlot
marble = marmer(en)
passion = hartstocht, hevig verlangen
preserve = bewaren
prodigy = wonderkind
pursuit = bezigheid
runner-up = tweede (in een race)
storage = opslag
stroller = wandelwagen
take refuge = schuilplaats zoeken
tracksuit = trainingspak
vibrant = levendig
victory = overwinning
aankomen (gewicht) = put on
baksteen = brick
begripvol = understanding
beperken = limit
bestaan = existence
correct = properly
ergerlijk = annoying
ergernis = annoyance
gebied = territory
gids = guide
grof = rude
in verlegenheid brengen = embarrass
met in de hoofdrol = starring
meedoen aan = join
moeite doen = make an effort
nauwelijks = barely
nieuwsgierig = curious
ongebruikelijk = unusual
ongelukkig = unfortunate
onnauwkeurig = inaccurate
opdagen = turn up
plaatselijke bewoner = local
plegen, begaan = commit
plek = spot
sfeer = atmosphere
slikken = swallow
soepel = flexible
tenminste = at least
van plan zijn om = intend to
verder, bovendien = furthermore
verdraagzaam = tolerant
verduren = bear
verlegen = shy
vermijden = avoid
verspillen = waste
vol vertrouwen = confident
vooraf, van tevoren = in advance
waarderen = appreciate
woonwijk = residential area
zintuig = sense
zwaaien naar = wave at
armed with = bewapend met
blinds = rolgordijn
charged with = beschuldigd van
clue = aanwijzing
crook = oplichter
defendant = verdachte
derelict = vervallen
dismayed = ontsteld, onthutst
encounter = ondervinden, tegenkomen
heinous = gruwelijk
hostility = vijandelijkheid
imminent = dreigend
inclined = geneigd
inmate = gevangene
interrogate = ondervragen
pursue = achtervolgen
put up with = verdragen
register = inschrijven
resident = inwoner
sentence = vonnis
sinister = onheilspellend, onguur
solicitor = advocaat
suspect = verdachte
theft = diefstal
unqualified = onbevoegd
bang = scared
begeleid = guided
behandelen = cover
betaalbaar = affordable
beu zijn = be fed up with
bijwonen = attend
boeiend = fascinating
deelnemer, kandidaat = contestant
de moeite waard = worthwhile
de riem aantrekken = tighten the belt
gastgezin = host family
huidig = current
iets als vanzelfsprekend aannemen = take things for granted
kelderverdieping = basement
kwestie = matter
laten zien = display
meedoen aan = take part in
nieuwste (meest recente) = latest
omroep, zender = broadcaster
oprecht = sincere
optreden = performance
peperkoek = gingerbread
profijt hebben van = benefit from
regelen = arrange
rijk = well-to-do
schitterend = gorgeous
smaak = taste
ten goede = for the better
tientallen = dozens
uitzending = broadcast
verbieden = ban
verontrustend = disturbing
verraden = betray
verwennen, verpesten = spoil
vieren = celebrate
voeden = fuel
vooroordeel = prejudice
waar het op neerkomt = The bottom line is
wijlen (overladen) = late
woestijn = desert
zich vergissen = be mistaken
accommodate = plaats hebben voor, onderdak bieden aan
bank on = rekenen op
bash = feest, fuif
carving = snijwerk
cater for / to = bedienen / zich richten op
county = district, gewest
custom-made = op maat / bestelling gemaakt
disdainful = minachtend
episode = aflevering
excel = uitblinken
exile = ballingschap
feature = de hoofdrol spelen
flattery = gevlei
gathering = bijeenkomst
haggle over = kibbelen, afdingen
herd = hoeden, samendrijven
lavish = overdadig
modesty = bescheidenheid
mortgage = hypotheek
outrageous = buitensporig
permanently = blijvend, voorgoed
retail for = te koop zijn voor
soiree = avondfeest
spokesman = woordvoerder
spree = korte periode van flink genieten
sundae = ijscoupe, sorbet
tub = vat
ungrateful = ondankbaar
wear off = minder worden
whim = gril, bevlieging
wrap = inpakken
alles bij elkaar = all in all
allochtoon = immigrant
asielzoeker = asylum seeker
bv. = e.g.
belangrijke = major
beurt (om de) = in turns
bij voorkeur = preferably
d.w.z. = i.e.
eerlijk gezegd = frankly
gemeentehuis = Town Hall
gokje nemen = gamble
gratis = free
heersen = rule
huidig = present
immers = after all
in feite = actually
in goede conditie blijven = keep in shape
in plaats daarvan = instead
integendeel = on the contrary
intussen = in the meantime
kiezen = elect
merk = brand
minder belangrijk = minor
minderheid = minority
niettemin = still
onderneming, zaak = enterprise
ongetwijfeld = undoubtedly
politicus = politician
samenleving = society
stemmen = vote
storen = bother
toegangsprijs = entrance fee
vertrouwen op = trust
vooral, bijzonder = particularly
vorderingen maken = get ahead
wat betreft = with regard to
zelden = rarely
zich veroorloven = afford
zoeken = look for
adapt to = zich aanpassen
aspiring = ambitieus
cease = ophouden
citizenship = burgerschap
constituency = kiesdistrict
deceased = overledene
enable = in staat stellen
grumpy = knorrig
maintain = onderhouden
mankind = mensheid
MP / Member of the Parliament = parlementslid
passionate = hartstochtelijk
pitfall = valstrik, valkuil
posterity = nageslacht
scam = oplichterij
spot = zien, ontdekken
temp = uitzendkracht
trade union = vakbond
als gevolg daarvan = as a result of that
bedrijfsleven = industry
behouden = maintain
beroep = occupation
beschikbaar = available
bijdrage = contribution
erop staan dat = insist on
gemiddeld = average
goede doel = cause
in dat geval = in that case
in de buurt van = near
jeugdherberg = youth hostel
klas = form
of … of = either or
onderdak = accommodation
ontslaan = fire
overwegen om = consider
plukken = pick
rondleiding = tour
saai = boring
scala, verscheidenheid = range
tentoonstelling = exhibition
trots op = proud of
vaardigheid = skill
verantwoordelijkheid = responsibility
vereisen = require
verscheidene = various
voldoening = satisfaction
voor de kost doen = do for a living
vooruitzichten = prospects
vraag en aanbod = supply and demand
vrijwilliger = volunteer
vrijwilligerswerk = voluntary work
zeer groot, belangrijk = major
zich aansluiten bij = join
zich verheugen op = look forward to
zich voorstellen = imagine
abbreviation = afkorting
accurate = nauwkeurig
briefing = bijeenkomst voor informatie of instructies
enhance = verbeteren, versterken
ensure = verzekeren
extensive = uitgebreid
gesture = gebaar
harsh = streng
incoherent = onsamenhangend
increasingly = steeds meer
merely = slechts, alleen maar
moderate = matig
numerous = talrijk
outrageous = schandalig
recruit = werven
regardless of = ongeacht
rumour = gerucht
sévère = streng
similar = (bijna / ongeveer) dezelfde
substantial = flink, aanzienlijk
sufficient = voldoende
thorough = grondig
trivial = onbelangrijk
virtually = vrijwel
walks of life = rangen en standen