Hoofdstuk 2 - ! 1 t/m 6
Bij methode Of course! aangemaakt op 05-08-2020 door lotte en inmiddels 555 keer bekeken.
Leerjaar: 4
Niveau: vwo
Vragen
aankomst = arrival (helemaal) alleen = on my own asielzoeker = asylum seeker behandeling = treatment belangrijkste = basic beschikbaar zijn voor = to be available to beslist, absoluut = definitely bureau = agency dienstverlening = services eerlijk gezegd = to be honest gebied, omgeving = area geboorteplaats = place of birth geschikt, passend = proper gezondheid = health jeugdherberg, onderkomen voor daklozen = hostel (land)grens = border leiden, runnen = to run moeilijk, lastig = tough omsingelen = to surround onderzoek naar (de feiten van iets) = investigation into ongeschikt = unsuitable steun, hulp = support tolk = interpreter verslag = report wachtkamer = waiting room council = gemeenteraad to flee = ontvluchten, vluchten uit to get access to = toegang krijgen tot persecution = vervolging refugees = vluchtelingen aannemen, veronderstellen = to assume basisschool = primary school behalve, met uitzondering van = except (for) zich bewust zijn van = to be aware of bijzonder = particularly dammen = to play draughts, checkers diploma, getuigschrift = qualifications doen alsof = to pretend eigenlijk = actually leunstoel, fauteuil = armchair feitelijk = actual gelegenheid = occasion heel graag willen = to be eager to meedoen (in een activiteit) = to join in meerderjarigheid, volwassen leeftijd = adulthood opzettelijk = deliberately schaken = to play chess scherp, helder = vivid stimulans, aanmoediging = encouragement vaag, wazig = dim vaardigheid = skill welke dan ook = whatever zakgeld = pocket money zich herinneren = to recall academic = slim en leergierig standard(s) = norm(en) beyond dispute = ongetwijfeld, zeker to catch up on = een achterstand wegwerken to cope = je weten te redden to curl up = je (lekker, behaaglijk) oprollen to distinguish = onderscheid maken / zien edge = rand excellence = uitmuntendheid to fail = er niet in slagen hallmarks = kenmerken to keep yourself to yourself = niet veel zeggen, op jezelf zijn mental arithmetic = hoofdrekenen negotiation = onderhandeling prestigious = gerenommeerd, prestigieus to secure = bemachtigen, zich verzekeren van virtually = feitelijk, vrijwel whilst = terwijl afhouden van = to discourage from alledaags = everyday beroemd om = renowned for beschouwd worden als = considered beschouwen = to view diploma behalen = to graduate kennis, bekende = acquaintance koppig, eigenwijs = stubborn lezing = lecture modern, eigentijds = contemporary nuttig, waardevol = valuable omgeving = environment omstandigheden = conditions onvermijdelijk = inevitable onweerstaanbaar = overwhelming onzeker, besluiteloos = hesitant overkomen = come across plattelands... = rural podium = stage recht in haar gezicht = square in her face stedelijk = urban stink(voeten) = smelly toegang tot = access to van je stuk gebracht = to feel embarrassed verlegen = shy verplicht = compulsory vrije tijd = spare time welbewust, opzettelijk = consciously wijdverspreid = widespread to alter = veranderen awareness = bewustzijn cease = ophouden concept = begrip distinctive = kenmerkend, karakteristiek exposed = aan het licht brengen heritage = erfgoed van een land / gemeenschap interfere with = belemmeren municipality = gemeente pay slip = loonstrookje supportive = aanmoedigend, helpend academische titel = degree arbeiders.. = working-class bestelling = order betreuren, spijt hebben = to regret betwisten = to challenge contact houden met = to keep in touch with daadwerkelijk, feitelijk = actually drukte om (onbelangrijke dingen) = fuss eerlijk gezegd = frankly eigenlijk, voornamelijk = basically Familieleden = relatives gelegenheid, kans = opportunity gelukkig = fortunately genegenheid = affection geweldig, enorm = tremendously in opstand komen = to rebel in verband staan met = are linked to landgoed = estate lijken op = resemble milieu, omgeving = environment ongelooflijk = incredibly platteland = countryside praktisch = virtually steunen (financieel) = to support tamelijk = fairly vastberaden, vastbesloten = determined veronderstellen, aannemen = assume verwijzen naar = refer to vooral, bijzonder = particularly wanhopig = desperate zelfmoord plegen = to commit suicide devoted = toegewijd to envy = jaloers zijn op to found = oprichten, stichten liberal = ruimdenkend to long for = sterk verlangen naar promptly = precies (qua tijd), stipt to be related to = familie zijn van twin sister = tweelingzus (aan)trekken = to attract armoede = poverty begeleiding = guidance bewijs = evidence bot, kortaf = blunt doorverwijzen naar = referred fatsoenlijk = decent gemeenschap = community genezen = to cure huiselijk geweld = domestic violence kern, essentie = essence koppelen aan = to match with / to onder ogen zien, geconfronteerd worden met = to face leeg, onbezet = vacant overheid = government prestatie = achievement project = scheme tijdelijk = temporary verrassend genoeg = surprisingly vrijwilligers = volunteers zelfmoord = to commit suicide acknowledge = erkennen ancestor = voorvader attentive = oplettend captivity = gevangenschap Exhaustive = grondig, uitgebreid inquiry = onderzoek to supervise = controleren, toezicht houden op troublesome = lastig, vervelend unemployment = werkeloosheid aantrekkingskracht = appeal daadwerkelijk, echt = actually dankbaarheid = gratitude doel (waar naar gestreefd wordt) = target doorgaan (met) = to carry on drijven = to float eerste plaats innemen = hold first rank indruk = impression lastigvallen = to bother pesten = to bully schuld = debt uiteindelijk = eventually van streek = upset vaststellen = to establish accomplished = volbracht artificial = kunstmatig to confirm = bevestigen impressive = indrukwekkend medie(a)val = middeleeuws substantial = aanzienlijk talkative = spraakzaam to tease = plagen