Hoofdstuk 5 - *Alle woorden Engels-NL*
Bij methode Of course! aangemaakt op 29-07-2020 door sophie en inmiddels 527 keer bekeken.
Leerjaar: 4
Niveau: vwo
Vragen
award = prijs certify = verklaren choke = stikken collision = botsing commitment = morele verplichting customs = douane deforestation = ontbossing enclose = insluiten ensure = verzekeren found = stichten freight = vracht implement = uitvoeren ratify = een overeenkomst tekenen regulation = voorschrift renewed = hernieuwd run out of = geen geld / geen tijd meer hebben submit = indienen transparent = duidelijk account for = uitleggen;verklaren adjective = bijvoeglijk naamwoord adverb = bijwoord anticipate = verwachten coherent = samenhangend comprehension = begrip distinction = onderscheid exchange = uitwisseling explicit = duidelijk grasp = begrijpen highlight = benadrukken imply = suggereren incentive = prikkel A friend in need is a friend indeed = In nood leert men zijn vrienden kennen. Don't judge a book by its cover = Beoordeel iemand niet op z'n uiterlijk. lecture = lezing;college Look before you leap = Bezint eer gij begint. narrate = vertellen noun = zelfstandig naamwoord pertinent to = betrekking hebbend op plot = verhaal The proof of the pudding is in the eating. = De praktijk zal uitwijzen of het goed is. proverb = spreekwoord provided = mits;indien pun = woordspeling recollect = zich herinneren significance = belang;betekenis It's no use crying over spilt milk. = Er is niks meer aan te doen. verb = werkwoord viewpoint = standpunt agitated = geërgerd allegedly = zogenaamd cherish = koesteren combat = tegengaan conduct = uitvoeren;organiseren crack down on = steviger aanpakken distort = verdraaien distracted = afgeleid emissions = uitstoot (van gassen) envy = afgunst evade = ontwijken excessive = buitensporig gender = geslacht ghastly = vreselijk global = over de hele wereld minor = klein obligation = plicht pincers = 'n nijptang rule = bepalen significant = aanzienlijk snug = gezellig;knus strain = belasting;spanning string = serie vital = zeer belangrijk wire up = bedradingen aanleggen affluent = welvarend;rijk appeal = aantrekkingskracht apprehension = bang voorgevoel assert = voor zichzelf opkomen bold = dapper collaborate = samenwerken comprehend = begrijpen comprise = bevatten convenience = gemak decimate = enorm afnemen / verminderen Gross National Product (GNP) = Bruto Nationaal Product (BNP) hideous = ontzettend lelijk inhalation = inademen innovative = vernieuwend letdown = teleurstelling makeshift = geïmproviseerd manufacturer = fabrikant nuisance = last preposterous = onzinnig recession = teruggang relieve = verlichten resolve = oplossen retailer = kleinhandelaar soil = vervuilen soothe = verzachten sorrow = verdriet stock = opslaan striking = opvallend touchy = prikkelbaar;snel geraakt trying = vermoeiend Wicket! = Fantastisch! on application = op aanvraag assess = beoordelen;vaststellen awkward = onhandig The bottom line is = Waar het op neerkomt is… browse through = doorbladeren deviate = afwijken down-to-earth = praktisch en realistisch featured = aangeprezen flabbergasted = stomverbaasd flaws = fout justify = rechtvaardigen leisurely = ontspannen;kalm pane = (venster)ruit purchase = kopen quote = citeren sample = proefstuk sensible = verstandig sync with = synchroniseren met tap = tikken