Hoofdstuk 4 - Quite a surprise| Alle woordjes (NL--› Eng)
Bij methode Of course! aangemaakt op 20-07-2020 door mats en inmiddels 494 keer bekeken.
Leerjaar: 5
Niveau: vwo
Vragen
aankoop = purchase aannemer = contractor achteloosheid = negligence bericht = notice, message buiten = beyond verder dan = beyond garanderen = ensure instaan voor = ensure garantie = warranty gezamenlijk = collectively vastgrijpen = grab grijpen = grab honorarium = fee hypotheek = mortgage indienen = submit mondeling = verbal onderzoeken = explore verkennen = explore ontvangstbewijs = receipt ontvluchten = flee ontwijken = evade opzegging = cancellation annulering = cancellation overeenkomst = similarity proef = trial test = trial raadplegen = consult schadevergoeding = damages spoor = trail tegenspreken = contradict terrein = premises van toepassing zijn op = apply to verbijsterd = stunned verlenging = renewal verplichting = obligation verschuldigd = due vertegenwoordiger = representative verwacht worden = is due voorafgaand aan = prior to voorwaarden = terms voorzieningen = facilities waarneming = observation wangedrag = misbehaviour welke dan ook = whatsoever werknemer = employee aanpakken = handle aantoonbaar = arguably beheersbaar = manageable wereld = global bijbehorend = accompanying doelen stellen = set goals eerder = previously daarvoor = previously enorm = massive, huge even stilstaan bij = dwell on geleerde = scholar geneigd = inclined hervatten = resume krimpen = shrink kwetsbaar = vulnerable medeleven = compassion meten = measure nadeel = drawback nauwkeurigheid = Accuracy of je het nu leuk vindt of niet = whether you like it or not onderscheid maken = distinguish onmiddelijk = instantly ontkenning = denial ontroerend = touching onterecht = undeserving oordeel = judgment op aanvraag = on application opgeschrikt = startled praktisch en realistisch = down-to-earth raad van bestuur = board richtlijn = guideline teelt = cultivation tevoorschijn komen = emerge veeleisend = demanding verschijnsel = phenomenon vreselijk = horrid afschuwelijk = horrid vrijgevig = generous royaal = generous willekeurig = random, arbitrary afkeer = distaste afschuw = disgust walging = disgust basis = foundation blozen = blush breedte = width de pan uitrijzen = go through the roof ertoe doen = matter gemakkelijk = convenient gevarieerd = varied gezegde = saying handleiding = manual inspanning = effort mate = degree met zich meebrengen = involve mogelijkheid = potential neerslachtig = downhearted ontzag = awe op de derde plaats = in third place oplettend = alert overweldigend = overwhelmed proefwerken nakijken = mark tests redelijk = moderately rijkdom = wealth schaal = scale (geen shell) scherm = display slepen = drag spijbelaar = truant trap = staircase trimester = term semester = term uitstralen = radiate uitroepen tot = pronounce vernederd = humiliated ver ontwikkeld = sophisticated vierkant = square voldoen aan = meet voorlopig = for the time being wantrouwen = distrust zelfverzekerd = self-assured zich ongemakkelijk voelen over = be self-conscious about aanbidden = adore babbelen = chatter begrip = concept concept = concept betonnen = concrete bladeren = browse bod = bid dat slaat alles! = that beats everything denkbaar = conceivable dienovereenkomstig = accordingly dwingen = force gespannen = strained gevaar = hazard het gezellig hebben = socialize homp = chunk brok = chunk inslikken = ingest innemen = ingest kick = thrill opwinding = thrill leveren van voedsel = cater eten verzorgen = cater voldoening gevend = rewarding lonend = rewarding met vallen en opstaan = by trial and error naar verluidt = reportedly nadenken = reflect ontvangst = reception onthaal = reception prikkel = incentive aansporing = incentive rechtop = upright schaal = shell(geen scale) smeken om = beg for stekker = plug stopcontact = wall socket struikelen = trip uitlokken = provoke verkeerd begrijpen = mistake verklaring = declaration ((Let met hoofdletter bij "Declaration of Independence")) verontwaardigd = indignant vervolgen = sue vlek = speck vreemd = odd eigenaardig = odd aanbetaling = deposit aandelen = stocks, shares / shares, stocks (Pay attention on BE and AE!) antwoordapparaat = answering machine bijgesloten = enclosed bovenstaand = above bruto = gross buigzaam = flexible flexibel = flexible concurrerend = competitive diverse = various verschillende = various door = across dwars door = across fabrikant = manufacture factuur = invoice failliet = broke gebrekkig = faulty gekocht = purchased goeddoen = benefit handelsmerk = trademark typisch kenmerk = trademark laat staan = let alone laten draaien = run medeleerlingen = fellow pupils netto = net omzet = turnover onbetrouwbaar = unreliable onnodig = needless opbrengsten = returns rechtshulp = legal support schulden maken = run into debt slenteren = stroll snelgroeiend = booming stoornis = disorder ten koste van = at the expense of toevallig = happen to uitvoeren = carry out valkuil = pitfall verontrustend = disturbing verplicht = obligatory vertrouwelijk = confidential via = via vooruitzicht = prospect weefsel = tissue