Hoofdstuk 4 - alle woorden
Bij methode Of course! aangemaakt op 22-05-2020 door sven en inmiddels 554 keer bekeken.
Leerjaar: 5
Niveau: vwo
Vragen
aankoop = purchase aannemer = contractor achteloosheid = negligence bericht = notice buiten, verder dan = beyond garanderen, instaan voor = to ensure garantie = warranty gezamenlijk = collectively (vast)grijpen = to grab honorarium = fee hypotheek = mortgage indienen = to submit mondeling = verbal onderzoeken, verkennen = to explore ontvangstbewijs = receipt ontvluchten = to flee opzegging, annulering = cancellation overeenkomst = similarity proef-, test- = trial raadplegen = to consult schadevergoeding = damages spoor = trail tegenspreken = to contradict terrein = premises van toepassing zijn op = to apply to verbijsterd = stunned verlenging = renewal verplichting = obligation verschuldigd = due vertegenwoordiger = representative verwacht worden = to be due voorafgaand aan = prior to voorwaarden = terms voorzieningen = facilities waarneming = observation wangedrag = misbehaviour welke dan ook = whatsoever werknemer = employee to browse = bladeren to certify = officieel verklaren commencement = aanvang, begin (formeel) to comprehend = begrijpen compulsive = dwangmatig to convene = bijeenroepen to deep-fry = frituren to discharge = ontslaan to eliminate = uit de weg ruimen entity = eenheid in default = in gebreke to indemnify = schadeloosstellen to issue = uitgeven liable = aansprakelijk mediation = bemiddeling to originate = ontstaan paradoxical = tegenstrijdig, paradoxaal to plummet = scherp dalen to rectify = corrigeren, rechtzetten refund = terugbetaling regulations = voorschriften reverse side = achterzijde termination = beëindiging vending machine = (verkoop)automaat to waive = afzien van aanpakken = to handle aantoonbaar = arguably beheersbaar = manageable wereld- = global bijbehorend = accompanying doelen stellen = to set goals eerder, daarvoor = previously enorm = massive even stilstaan bij = to dwell on geleerde = scholar geneigd = inclined hervatten = to resume krimpen = to shrink kwetsbaar = vulnerable medeleven = compassion meten = to measure nadeel = drawback nauwkeurigheid = Accuracy of je het nu leuk vindt of niet = whether you like it or not onderscheid maken = to distinguish onmiddellijk = instantly ontkenning = denial ontroerend = touching onterecht = undeserving oordeel = judgment op aanvraag = on application opgeschrikt = startled praktisch en realistisch = down-to-earth raad van bestuur = board richtlijn = guideline teelt = cultivation tevoorschijn komen = to emerge veeleisend = demanding verschijnsel = phenomenon vreselijk, afschuwelijk = horrid vrijgevig, royaal = generous willekeurig = random affront = belediging to begrudge = misgunnen commiseration = deelneming, medeleven to delude = wijsmaken to depict = beschrijven deprived = beroofd to discard = weggooien fallacy = misvatting gargantuan = enorm, reusachtig inexorable = onstuitbaar insistent = dringend to jeopardise = in gevaar brengen to muse = peinzen, mijmeren to patronize = (te veel) beschermen to persist = volharden prudent = verstandig to query = in twijfel trekken sanctimonious = schijnheilig to scoop = binnenhalen to shriek = gillen, krijsen to squander = verkwisten to subvert = ondermijnen to toil = zwoegen to whine = zeuren zenith = hoogtepunt afkeer = distaste afschuw, walging = disgust basis = foundation blozen = to blush breedte = width de pan uitrijzen = go through the roof ertoe doen = to matter gemakkelijk = convenient gevarieerd = varied gezegde = saying handleiding = manual inspanning = effort mate = degree met zich meebrengen = to involve mogelijkheid = potential neerslachtig = downhearted ontzag = awe op de derde plaats = in third place oplettend = alert overweldigd = overwhelmed proefwerken nakijken = to mark tests redelijk = moderately rijkom = wealth schaal = scale scherm = display slepen = to drag spijbelaar = truant trap = staircase trimester, semester = term uitstralen = to radiate uitroepen tot = to pronounce vernederd = humiliated ver ontwikkeld = sophisticated vierkant = square voldoen aan = to meet voorlopig = for the time being wantrouwen = distrust zelfverzekerd = self-assured zich ongemakkelijk voelen over = be self-conscious about assessment = beoordeling to affiliate with = zich aansluiten bij to amend = aanpassen, veranderen comprehensive = uitgebreid, veelomvattend contemptuous = minachtend deviant = afwijkend disgraced = te schande gemaakt to elevate = opwaarderen, verheffen to exceed = overtreffen to exert = uitoefenen exploration = verkenning flawed = gebrekkig to host = gastheer / -vrouw zijn van to loath = verafschuwen poll = opiniepeiling Prone to = vatbaar voor quest for = zoektocht naar ratio = verhouding repentant = berouwvol to review = bespreken revulsion = walging serene = kalm, rustig to survey = ondervragen thrive = succes hebben aanbidden = adore babbelen = chatter begrip, concept = concept betonnen = concrete bladeren = to browse bod = bid dat slaat alles! = that beats everything! denkbaar = conceivable dienovereenkomstig = accordingly dwingen = to force enorm = huge gespannen = strained gevaar = hazard het gezellig hebben = to socialize homp, brok = chunk inslikken, innemen = to ingest kick, opwinding = thrill leveren van voedsel, eten verzorgen = to cater voldoening gevend, lonend = rewarding met vallen en opstaan = by trial and error naar verluidt = reportedly nadenken = to reflect ontvangst, onthaal = reception prikkel, aansporing = incentive rechtop = upright schaal = shell smeken om = to beg for stekker = plug stopcontact = wall socket struikelen = to trip uitlokken = to provoke verkeerd begrijpen = to mistake verklaring = declaration verontwaardigd = indignant vervolgen (gerechtelijk) = to sue vlek = speck vreemd, eigenaardig = odd willekeurig = arbitrary acid = zuur altitude = hoogte assassination = moord assessor = taxateur to choke = stikken to crack = breken, barsten deity = godheid to differentiate = onderscheid maken flawless = perfect, zonder gebreken to incur = oplopen inedible = oneetbaar ingenious = knap gevonden, vernuftig to jostle = duwen to munch = kauwen offspring = nakomelingen, kinderen ominous = onheilspellend outraged = razend, woedend proclamation = bekendmaking to punch = knippen, perforeren sweeping = ongenuanceerd, te algemeen to track = nagaan, volgen tremor = trilling, schok to tumble down = vallen, tuimelen unsubstantiated = niet bewezen aanbetaling = deposit aandelen = stocks (BE), shares (AE) antwoordapparaat = answering machine bericht = message bijgesloten = enclosed bovenstaand = above bruto = gross buigzaam, flexibel = flexible concurrerend = competitive diverse, verschillende = various (dwars) door = across fabrikant = manufacturer factuur = invoice failliet = broke gebrekkig = faulty gekocht = purchased goeddoen = to benefit handelsmerk, typisch kenmerk = trademark laat staan = let alone laten draaien = to run medeleerlingen = fellow pupils netto = net omzet = turnover onbetrouwbaar = unreliable onnodig = needless opbrengsten = returns rechtshulp = legal support schulden maken = to run into debt slenteren = to stroll snelgroeiend = booming stoornis = disorder ten koste van = at the expense of toevallig... = to happen to uitvoeren = to carry out valkuil = pitfall verontrustend = disturbing verplicht = obligatory vertrouwelijk = confidential via = via vooruitzicht = prospect weefsel = tissue amicable = vriendschappelijk attainable = haalbaar boundless = grenzeloos breach = (contract)breuk complacent = zelfingenomen to concede = toegeven dat to confer = overleggen to constitute = vormen to contend = beweren to convey = overbrengen core = kern, hart dispersal = verspreiding to distor = verdraaien diverse = uiteenlopend elaborate = uitgebreid, veelomvattend to file = indienen horrendous = afgrijselijk, schokkend judgemental = veroordelend to mask = verhullen to pervade = zich verspreiden door proficient = vaardig to reckon with = rekening houden met to wind up = belanden