Hoofdstuk 5 - Alle woorden

Bij methode Stepping Stones aangemaakt op 09-10-2018 door VWO-lijsten en inmiddels 721 keer bekeken.
Leerjaar: 2 Niveau: vwo

Vragen

Engels-Nederlands
wool = wol
tattered = gehavend
surface = oppervlak
smooth = glad
(to) send = sturen
parcel = pakje
lining = voering
in perfect condition = in perfecte staat
(to) deliver = bezorgen
cotton = katoen
cauliflower = bloemkool
cabbage = kool
beverage = drankje
(to) vomit = overgeven
troublesome = problematisch
troublemaker = lastpost
toxin = giftige stof
tenner = tien pond
(to) simmer = sudderen
seizure = beroerte, aanval
routine = routine
restriction = beperking
odour = geur
nutritious = voedzaam
keepsake = aandenken
inspection = inspectie, controle
importation = invoer
hazard = gevaar
harmless = onschuldig
glance at = een blik werpen op
frequent = veelvuldig
fine = boete
(to) ban = verbieden
work out = goed komen
train-spotting = treinspotten
sporting goods = sportartikelen
(to) rename = een andere naam geven
postage = porto, frankering
(to) pick up = ophalen
might = zou kunnen
(to) matter = belangrijk zijn
keep-fit centre = fitnesscentrum
invoice = factuur
hip = heup
handkerchief = zakdoek
error = fout
difficulty = moeilijkheid
conspiracy = samenzwering
(to) check out = betalen
(to) browse = bladeren
bird-watching = vogelen
binoculars = verrekijker
wrong = verkeerd
whether = of
(to) return = terugbrengen
noise = lawaai
in stock = op voorraad
house brand = huismerk
headphones = koptelefoon
gift = cadeau
exchange = ruil
durable = duurzaam
difference = verschil
cardigan = vest
(to) block out = blokkeren, tegenhouden
terrace = terras
(to) teach = leren
scent = geur
roof = dak
rival = concurrerend
reside = wonen
remote = afgelegen
quick = snel
profit = winst
poverty = armoede
pleasure = plezier
perfume = parfum
(to) pass away = overlijden
masterpiece = meesterwerk
manners = manieren
importance = belang
hairdresser = kapper
gambling = gokken
concrete = beton
(to) boast = opscheppen
appearance = uiterlijk
annual = jaarlijks
(to) afford = zich veroorloven
sold out = uitverkocht
shop window = etalage
shipping rates = verzendkosten
release date = eerste verkoopdatum
refund = geld terug
recommendation = aanbeveling
on sale = in de uitverkoop
on offer = in de aanbieding
on display = uitgestald
purchase = kopen
price tag = prijskaartje
(to) exchange = ruilen
delivery = bezorging
costumer = klant
best-selling = best verkopende
bargain = koopje
(to) worry = zorgen maken
witch = heks
(to) try = proberen
tonight = vanavond
till = kassa
smart = netjes
sign = teken
shopper = klant
(to) run = rennen
reward = beloning
(to) remember = herinneren
purchase = aankoop
last-minute = op het laatste moment
invitation = uitnodiging
head somewhere = ergens heen gaan