Hoofdstuk 4 - Engels chapter 4 VWO 3
Bij methode Stepping Stones deel 1 aangemaakt op 18-09-2023 door emma en inmiddels 118 keer bekeken.
Leerjaar: 3
Vragen
abandoned = verlaten barter = ruilen borrow = lenen carpentry = timmerwerk cash in = omwisselen voor contant geld dump = vuilnisbelt equal = gelijk evoke = oproepen greedy = hebzuchtig gossip = roddels landfill = stortterrein nanny = kinderjuffrouw nettle = brandnetel organic = biologisch perk = Extraatje pesticides = bestrijdingsmiddel pick = plukken possession = bezit profit = winst property = huis, gebouw rag = vod register = zich opgeven supply teacher = inval-leerkracht trade = ruil trial = Proef- vintage = tweedehands, retro- win over = overhalen account = rekening appropriate = geschikt(e) bill = rekening charges = kosten commit = zich vastleggen debt = schuld deposit = storting direct debit = automatische overschrijving fee = tarief involve = met zich meebrengen irresponsibly = onverantwoordelijk overdraft = bankschuld pay off = aflossen, afbetalen peak hour = piekuur purchase = aanschaffen service provider = dienstverlener step in = te hulp schieten top up = aanvullen considerably = aanzienlijk flaw = gebrek, zwakke plek remind = doen denken tend to = neigen vital = essentieel weather resistant = weerbestendig current = gangbaar, geldend edge = rand engrave = graveren derived from = afgeleid van slang = straattaal appreciate = waarderen Clear out = opruimen, leeghalen Cut up = In stukken knippen genuine = echt hardly = nauwelijks Holiday retreat = vakantieoord independence = onafhankelijkheid instalment = Afbetalingstermijn intend = van plan zijn interest = rente jacuzzi = Whirlpoolbad lend = lenen mansion = herenhuis nerve = lef noticeable = opvallend presumably = vermoedelijk refuse = weigeren Settle debt = Schuld afbetalen spoil = verwennen tap = kraan wardrobe = klerenkast assets = (bedrijfs)middelen budding = in de dop capitalize = munt slaan uit chairman = hoofd, voorzitter detect = vinden, bespeuren encounter = geconfronteerd worden met entrepreneur = ondernemer estimate = schatten evident = duidelijk expand = uitbreiden exploit = profiteren van flip through = doorbladeren forward = doorsturen generate = opwekken inconvenience = ongemak invest = geld beleggen lay out = ontwerp managing director = directeur massive = enorm(e) merge = fuseren, samengaan pass = voorbij laten gaan rake in = vergaren, bijeenhalen recipient = ontvanger tutorial = privéles, werkgroep bring in = opleveren possess = bezitten priceless = onbetaalbaar worthless = waardeloos