Hoofdstuk 2 - Alle WOORDEN! (dus niet sayings & proverbs) van H2.

Bij methode Stepping Stones deel 2010 aangemaakt op 24-10-2022 door teun en inmiddels 259 keer bekeken.
Leerjaar: 3 Niveau: vwo

Vragen

autograph = handtekening
be under the impression = de indruk hebben
bloke = kerel
by nature = van nature
bottom = bodem
collection = verzameling
condition = voorwaarde
Do-It-Yourself / DIY = doe-het-zelven
felt = vilt
hole = gat
lampshade = lampenkap
mirror = spiegel
picture frame = fotolijstje
recover = bijkomen
restore = herstellen
report = reportage
rotten = bedorven
skunk = stinkdier
tear = scheur
time consuming = tijdrovend
trash = afval
water resistant = waterbestendig
attain = bereiken
attempt = een poging doen
belt = riem
capability = capaciteit
collection = (mode-)collectie
cover = behandelen
drive = motivatie
embarrassment = schaamte
enter = deelnemen aan
environmentally friendly = milieuvriendelijk
in addition to = naast
inspire = inspireren
reluctantly = met tegenzin
transformation = verandering
valuable = waardevol
complicated = ingewikkeld
disrespectful = respectloos
keep an open mind = ruimdenkend zijn
occasion = gelegenheid
odd = ongewoon, raar
participate = deelnemen
catch on = aanslaan
value = waarde
be caught up in = in beslag worden genomen door
be homesick = heimwee hebben
desire = verlangen / wens
determined = vastbesloten
feel like = zin hebben in
genuinely = oprecht
get the hang of = de smaak te pakken krijgen
open-minded = ruimdenkend
paper round = krantenwijk
pretend = doen alsof
ruin = verpesten
satisfied with = tevreden met
some day = ooit
successful = succesvol
adjust = aanpassen
adventurer = avonturier
affection = genegenheid
anticipation = verwachting
apology = verontschuldiging
awkward = onbeholpen
content = tevreden
devotion = toewijding
envy = jaloezie
exception = uitzondering
familiar = vertrouwd
fascination = fascinatie
frustration = frustratie
furious = razend
generation = generatie
governess = gouvernante
old-fashioned = ouderwets
peaceful = vredig
proposal = huwelijksaanzoek
regular = geregeld(e)
reluctant = onwillig
rude = grof
shortcoming = tekortkoming
steady = stabiel(e), vast(e)
tendency = neiging
tender = teder
appreciate = waarderen
claim = beweren
disadvantage = nadeel
earn a living = de kost verdienen
in need = hulpbehoevend
peer = gelijke / leeftijdsgenoot
pursue = nastreven
shrug = schouders ophalen
source = bron
strive = zich inspannen voor
calm down = rustig maar
change my mind = van gedachten veranderen
cheer up = kop op
fall in love = verliefd worden
feel (sorry) for = medelijden hebben met
give up = opgeven
handle = omgaan met
imagine = zich voorstellen
never mind = het geeft niets
plan = plannen
position = positie
reassure = geruststellen
relate = (ergens kunnen) inkomen
rush = haast
still = nog steeds
work out = goedkomen
worry = zich zorgen maken