Hoofdstuk 2 - alle woordjes
Bij methode Stepping Stones deel 1 aangemaakt op 02-06-2022 door thomas en inmiddels 318 keer bekeken.
Leerjaar: 3
Niveau: vwo
Vragen
autograph = handtekening be under the impression = de indruk hebben bloke = kerel by nature = van nature bottom = bodem collection = verzameling condition = voorwaarde Do-It-Yourself / DIY = doe-het-zelven felt = vilt hole = gat lampshade = lampenkap mirror = spiegel picture frame = fotolijstje recover = bijkomen restore = herstellen report = reportage rotten = bedorven skunk = stinkdier tear = scheur time consuming = tijdrovend trash = afval water resistant = waterbestendig attain = bereiken attempt = een poging doen belt = riem capability = capaciteit collection = collectie / mode-collectie cover = behandelen drive = motivatie embarrassment = schaamte enter = deelnemen aan environmentally friendly = milieuvriendelijk in addition to = naast inspire = inspireren reluctantly = met tegenzin transformation = verandering valuable = waardevol be caught up in = in beslag worden genomen door be homesick = heimwee hebben desire = verlangen / wens determined = vastbesloten feel like = zin hebben in genuinely = oprecht get the hang of = de smaak te pakken krijgen open-minded = ruimdenkend paper round = krantenwijk pretend = doen alsof ruin = verpesten satisfied with = tevreden met some day = ooit successful = succesvol complicated = ingewikkeld disrespectful = respectloos keep an open mind = ruimdenkend zijn occasion = gelegenheid odd = ongewoon / raar participate = deelnemen aan catch on = aanslaan value = waarde adjust = aanpassen adventurer = avonturier affection = genegenheid anticipation = verwachting apology = verontschuldiging awkward = onbeholpen content = tevreden devotion = toewijding envy = jaloezie exception = uitzondering familiar = vertrouwd fascination = fascinatie furious = razend generation = generatie governess = gouvernante old-fashioned = ouderwets peaceful = vredig proposal = huwelijksaanzoek regular = geregeld reluctant = onwillig rude = grof shortcoming = tekortkoming steady = vast / stabiel tendency = neiging tender = teder appreciate = waarderen claim = beweren disadvantage = nadeel earn a living = de kost verdienen in need = hulpbehoevend peer = gelijke / leeftijdsgenoot pursue = nastreven shrug = schouders ophalen source = bron strive = zich inspannen voor calm down = rustig maar change my mind = van gedachten veranderen cheer up = kop op fall in love = verliefd worden feel for / feel sorry for = medelijden hebben met give up = opgeven handle = omgaan met imagine = zich voorstellen never mind = het geeft niets plan = plannen position = positie reassure = geruststellen relate = inkomen / ergens kunnen inkomen rush = haast still = nog steeds work out = goedkomen worry = zich zorgen maken