Stepping Stones, Onregelmatige werkwoorden (5e ed., 2 vmbo-kgt, blz.

Bij methode Stepping Stones deel 0 aangemaakt op 22-04-2022 door lauren en inmiddels 180 keer bekeken.
Leerjaar: 2 Niveau: vmbo-bk

Vragen

to be, was / were, been = zijn, worden
to beat, beat, beaten = verslaan
to become, became, become = worden
to begin, began, begun = beginnen
to bet, bet, bet = wedden
to bite, bit, bitten = bijten
to bleed, bled, bled = bloeden
to blow, blew, blown = blazen
to break, broke, broken = breken
to bring, brought, brought = brengen
to build, built, built = bouwen
to buy, bought, bought = kopen
to catch, caught, caught = vangen
to choose, chose, chosen = kiezen
to come, came, come = komen
to cost, cost, cost = kosten
to cut, cut, cut = snijden / knippen
to dig, dug, dug = graven
to do, did, done = doen
to draw, drew, drawn = tekenen / trekken
to drink, drank, drunk = drinken
to eat, ate, eaten = eten
to fall, fell, fallen = vallen
to feel, felt, felt = voelen
to fight, fought, fought = vechten
to find, found, found = vinden
to fly, flew, flown = vliegen
to forbid, forbade, forbidden = verbieden
to forget, forgot, forgotten = vergeten
to get, got, got = krijgen
to give, gave, given = geven
to go, went, gone = gaan
to grow, grew, grown = groeien
to have, had, had = hebben
to hear, heard, heard = horen
to hide, hid, hidden = (zich) verbergen
to hit, hit, hit = slaan / raken
to hurt, hurt, hurt = pijn doen
to keep, kept, kept = houden
to know, knew, known = weten
to learn, learnt, learnt = leren
to leave, left, left = (ver)laten
to let, let, let = laten
to lose, lost, lost = verliezen
to make, made, made = maken
to mean, meant, meant = menen
to meet, met, met = ontmoeten
to pay, paid, paid = betalen
to put, put, put = zetten / leggen
to read, read, read = lezen
to ring, rang, rung = (op)bellen
to run, ran, run = rennen
to say, said, said = zeggen
to see, saw, seen = zien
to sell, sold, sold = verkopen
to send, sent, sent = (ver)zenden / (ver)sturen
to sing, sang, sung = zingen
to sit, sat, sat = zitten
to speak, spoke, spoken = spreken
to spend, spent, spent = doorbrengen
to stand, stood, stood = staan
to steal, stole, stole = stelen
to swim, swam, swum = zwimmen
to take, toke, taken = nemen
to teach, taught, taught = onderwijzen
to tell, told, told = vertellen / zeggen
to think, thought, thought = denken
to throw, threw, thrown = gooien
to wake, woke, woken = wakker worden
to wear, wore, worn = dragen
to win, won, won = winnen
to write, wrote, written = schrijven