Hoofdstuk 6 - ! vocabulary A t/m E !
Bij methode Stepping Stones aangemaakt op 09-03-2020 door hugo en inmiddels 569 keer bekeken.
Leerjaar: 3
Niveau: vwo
Vragen
be able to = kunnen appreciate = waarderen assist = bijstaan attention = aandacht care = verzorging content with = tevreden met decision = beslissing deserve = verdienen are desperate for = dringend nodig hebben envy = benijden / jaloers zijn op handicapped = gehandicapt homeless = dakloos impossible = onmogelijk intention = bedoeling loving = liefhebbend / liefhebbende mood = bui / stemming poor = armen shelter = onderdak geven social worker = maatschappelijke werker support = steun / steunen be in trouble = problemen hebben be unable to = niet kunnen volunteer = vrijwillig capacity = vermogen / talent cheeky = brutaal deal with = omgaan met district = gebied / wijk draw from = aantrekken uit / binnenhalen flavour = smaak imagine = zich voorstellen offend = beledigen opportunity = kans profits = winst surrounding = omliggend / omliggende trainee = stagiair / stagiaire training = opleiding unemployed = werkloos application form = aanmeldingsformulier approach = aanpak determination = vastberadenheid disadvantaged = achtergesteld get across = duidelijk maken behavior = gedrag call names = uitschelden certain = zeker comments = opmerkingen convince = overtuigen cruel = wreed / gemeen defend = verdedigen doubt = betwijfelen fight = ruziemaken / vechten harm = schade ignore = negeren insecure = onzeker nasty = gemene nonsense = onzin rubbish = onzin silly = maf / mal awareness = kennis / besef be fortunate = geluk hebben self-esteem = zelfvertrouwen announce = bekendmaken bandage = verband conviction = veroordeling cranky = humeurig injuries = verwondingen lose = verliezen nearby = dichtbij neighbourhood = buurt present = cadeau prevent = voorkomen primary = voornaamste reward = beloning victim = slachtoffer war = oorlog witness = getuige felony = zware misdaad perform surgery = opereren veterinary = dieren- whiskers = snorharen coast = kust common = gewoon / veel voorkomend cut down = kappen drought = droogte expand = uitzetten become extinct = uitsterven jar = pot persuade = overtuigen rays = stralen rise = stijgen