Hoofdstuk 6 - ! vocabulary A t/m E !

Bij methode Stepping Stones aangemaakt op 09-03-2020 door hugo en inmiddels 483 keer bekeken.
Leerjaar: 3 Niveau: vwo

Vragen

be able to = kunnen
appreciate = waarderen
assist = bijstaan
attention = aandacht
care = verzorging
content with = tevreden met
decision = beslissing
deserve = verdienen
are desperate for = dringend nodig hebben
envy = benijden / jaloers zijn op
handicapped = gehandicapt
homeless = dakloos
impossible = onmogelijk
intention = bedoeling
loving = liefhebbend / liefhebbende
mood = bui / stemming
poor = armen
shelter = onderdak geven
social worker = maatschappelijke werker
support = steun / steunen
be in trouble = problemen hebben
be unable to = niet kunnen
volunteer = vrijwillig
capacity = vermogen / talent
cheeky = brutaal
deal with = omgaan met
district = gebied / wijk
draw from = aantrekken uit / binnenhalen
flavour = smaak
imagine = zich voorstellen
offend = beledigen
opportunity = kans
profits = winst
surrounding = omliggend / omliggende
trainee = stagiair / stagiaire
training = opleiding
unemployed = werkloos
application form = aanmeldingsformulier
approach = aanpak
determination = vastberadenheid
disadvantaged = achtergesteld
get across = duidelijk maken
behavior = gedrag
call names = uitschelden
certain = zeker
comments = opmerkingen
convince = overtuigen
cruel = wreed / gemeen
defend = verdedigen
doubt = betwijfelen
fight = ruziemaken / vechten
harm = schade
ignore = negeren
insecure = onzeker
nasty = gemene
nonsense = onzin
rubbish = onzin
silly = maf / mal
awareness = kennis / besef
be fortunate = geluk hebben
self-esteem = zelfvertrouwen
announce = bekendmaken
bandage = verband
conviction = veroordeling
cranky = humeurig
injuries = verwondingen
lose = verliezen
nearby = dichtbij
neighbourhood = buurt
present = cadeau
prevent = voorkomen
primary = voornaamste
reward = beloning
victim = slachtoffer
war = oorlog
witness = getuige
felony = zware misdaad
perform surgery = opereren
veterinary = dieren-
whiskers = snorharen
coast = kust
common = gewoon / veel voorkomend
cut down = kappen
drought = droogte
expand = uitzetten
become extinct = uitsterven
jar = pot
persuade = overtuigen
rays = stralen
rise = stijgen