Hoofdstuk 1 - boris woordjes a t/m i
Bij methode Stepping Stones aangemaakt op 20-08-2021 door james en inmiddels 424 keer bekeken.
Leerjaar: 2
Niveau: havo
Vragen
accident = ongeluk to become = worden to build = bouwen castle = kasteel cell = cel combat = gevecht to confess = bekennen contest = wedstrijd to declar = uitroepen dungeon = kerker to fix = repareren to get injured = gewond raken ghost = geest heating = verwarming knight = ridder lady = edelvrouw maid = dienstmeisje noble = edele to occur = gebeuren packed lunch = lunchpakket shadow = schaduw stepson = stiefzoon torch = fakkel tournament = toernooi ad = na Christus ancestor = voorouder ancient = erg oud archaeologist = archeoloog BC = voor Christus century = eeuw to conquer = veroveren decade = periode van tien jaar empire = rijk era = tijdperk future = toekomst medieval = middeleeuws milestone = mijlpaal past = verleden present = heden recent = recent animated series = tekenfilm to aim at = richten op award = prijs awareness = bewustwording channel = kanaal effort = poging to engage(zich) = bezighouden met famine = hongersnood to flicker = flikkeren forerunner = voorloper to influence = beïnvloeden to interrupt = onderbreken loft = loft mainstream = mainstream (heersende stroming) network = tv-zender to raise = ophalen runaway = daverend stranger = vreemde to unfold = zich ontvouwen to vote = stemmen a big hit = een groot succes adventure camp = survivalkamp historical = historisch besides = bovendien butterfly = vlinder card game = kaartspel to catch = betrappen chance = kans to chase = achtervolgen correctly = juist dull = saai to exaggerate = overdrijven fool = Idioot to make up = verzinnen to manage = (iets) voor elkaar krijgen massive = enorm to mind your own business = bemoeien met je eigen zaken mosquito = mug to pop round = langskomen to prefer = verkiezen boven slide = glijbaan to stay up late = laat opblijven thrilling = sensationeel walk = wandeling author = auteur carefully = zorgvuldig carpenter = timmerman concrete = beton to contain = bevatten content = inhoud current = huidig to damage = beschadigen to discover = ontdekken to display = tentoonstellen earthquake = aardbeving event = gebeurtenis existence = bestaan to guess = raden hidden = verborgen to mention = noemen to range from ... to ... = variëren van … tot sentence = zin treasure = schat to underline = onderstrepen volunteer = vrijwilliger to enter = inschrijven voor exit = uitgang shed = schuurtje swimming pool = zwembad unfortunately = helaas wallet = portemonnee