Hoofdstuk 4 - Hoofdstuk 4 - Vocabulary A-G
Bij methode Stepping Stones aangemaakt op 25-06-2021 door teun en inmiddels 331 keer bekeken.
Leerjaar: 3
Niveau: vwo
Vragen
abandoned = verlaten barter = ruilen borrow = lenen carpentry = timmerwerk cash in = omwisselen voor contant geld dump = vuilnisbelt equal = gelijk evoke = oproepen greedy = hebzuchtig gossip = roddels landfill = stortterrein nanny = kinderjuffrouw nettle = brandnetel organic = biologisch perk = Extraatje pesticides = Bestrijdingsmiddelen pick = plukken possession = bezit profit = winst property = Huis / Gebouw rag = vod register = zich opgeven supply teacher = inval-leerkracht trade = ruil trial = Proef- vintage = Tweedehands / Retro win over = overhalen account = rekening appropiate = geschikt bill = rekening charges = kosten commit = zich vastleggen debt = schuld deposit = storting direct debit = automatische overschrijving fee = tarief involve = met zich meebrengen irresponsibly = onverantwoordelijk overdraft = bankschuld pay off = aflossen / afbetalen peak hour = piekuur purchase = aanschaffen service provider = dienstverlener step in = te hulp schieten top up = aanvullen considerably = aanzienlijk flaw = Gebrek / Zwakke plek remind = doen denken tend to = neigen vital = essentieel weather resistant = weerbestendig appreciate = waarderen Clear out = Opruimen / Leeghalen Cut up = In stukken knippen genuine = echt hardly = nauwelijks Holiday retreat = vakantieoord independence = onafhankelijkheid instalment = Afbetalingstermijn intend = van plan zijn interest = rente jacuzzi = Whirlpoolbad lend = lenen mansion = herenhuis nerve = lef noticeable = opvallend presumably = vermoedelijk refuse = weigeren Settle debt = Schuld afbetalen spoil = verwennen tap = kraan wardrobe = klerenkast assets = Middelen / Bedrijfsmiddelen budding = in de dop capitalize = munt slaan uit chairman = Hoofd / Voorzitter detect = Vinden / Bespeuren encounter = geconfronteerd worden met entrepreneur = ondernemer estimate = schatten evident = duidelijk expand = uitbreiden exploit = profiteren van flip through = doorbladeren forward = doorsturen generate = opwekken inconvenience = ongemak invest = geld beleggen lay out = ontwerp managing director = directeur massive = enorm merge = Fuseren / Samengaan pass = voorbij laten gaan rake in = Vergaren / Bijeenhalen recipient = ontvanger tutorial = Privéles / Werkgroep bring in = opleveren possess = bezitten priceless = onbetaalbaar worthless = waardeloos