Hoofdstuk 1 - Alle Vocabulary's
Bij methode Stepping Stones deel 1 aangemaakt op 09-04-2021 door gijs en inmiddels 493 keer bekeken.
Leerjaar: 3
Vragen
blow it = iets verknallen coincidence = toeval goose bumps = kippenvel harmony = goede verstandshouding hire = inhuren home feel = thuisgevoel hopeless = hopeloos impression = indruk mechanic = monteur nerves = zenuwen obvious = duidelijk once = zodra peek = kijkje sloppy = slonzig stain = vlek tempting = verleidelijk three-piece suit = driedelig pak worn-out = afgedragen assumption = veronderstelling con artist = oplichter conscience = geweten currently = nu / momenteel customs = douane forge = vervalsen forger = vervalser forgeries = vervalsingen heist = roof(overval) imposter = oplichter official = functionaris persuasive = overtuigend scam = zwendel snappy = hip / trendy upkeep = onderhoud wealth = kapitaal / rijkdom applicant = sollicitant come across as = overkomen als complexion = teint / gelaatskleur convincing = overtuigend deceitful = onbetrouwbaar generous = vrijgevig / gul in common = gemeenschappelijk insecure = onzeker pleasant = aangena(a)m(e) preferably = bij voorkeur qualification = bevoegdheid reliable = betrouwba(a)r(e) self-assured = zelfverzekerd self-confident = vol zelfvertrouwen Trustworthy = betrouwbaar elaborate = uitgebreid extravagance = buitensporigheid extravaganza = spectaculaire show rival = concurreren met song and dance = ophef undergo = ondergaan whim = opwelling alley = steeg appetite = eetlust broom closet = bezemkast deceive = misleiden disaster = ramp dot the i's and cross the t's = de puntjes op de i zetten editorial staff = redactie human interest = het menselijke / persoonlijke element issue = uitgave, nummer mood = stemming obedient = gehoorzaam paediatrician = kinderarts resemble = lijken op resistance = verzet scoop = primeur security guard = veiligheidsagent short cut = binnendoorweg suspense = spanning tabloid = roddelblad tuition fee = schoolgeld underestimate = onderschatten achievement = prestatie admire = bewonderen approach = benaderen at ease = op zijn / haar gemak attitude = houding be at a loss for words = met de mond vol tanden staan blow dry = föhnen feel left out = zich buitengesloten voelen have a crush on = verliefd zijn op impress = indruk maken op outgoing = hartelijk(e), vlot(te) previous = voorafgaand shy = verlegen stand up for = opkomen voor tons of = een heleboel wonder = zich afvragen boss around = lopen te commanderen deliberately = opzettelijk get fresh = avances maken harass = lastigvallen insult = beledigen show off = indruk proberen te maken