Hoofdstuk 2 - TALK,TALK Vocab
Bij methode Stepping Stones aangemaakt op 09-02-2021 door siem en inmiddels 400 keer bekeken.
Leerjaar: 4
Niveau: havo
Vragen
to be aware of = Je bewust zijn van common = veelvoorkomend Communicative = communicatieve contradict = In tegenspraak zijn met desire = verlangen distracted = afgeleid exaggerate = overdrijven Formulate = formuleren involve = Erbij betrekken likely = waarschijnlijk marvel = wonder occasionally = af en toe pitfall = valkuil response = reactie sensitive = gevoelig summarize = samenvatten upset = van streek maken verbal = verbaal Non-verbal = nonverbaal distinctive = typisch eager = gretig fellow = genoten figure out = erachter komen gesture = gebaar Grunt = grom Hoot = Toeterend geluid hollow = hol intention = bedoeling outburst = uitval Pick a fight = Ruzie zoeken Randomly = willekeurig record = opnemen rough = ruig Signalling = seinen Spontaneous = spontane tough = moeilijk Tumble = vallen Tuned in = Op de hoogte van twist = Onverwachte wending belong = thuishoren capture = vangen Courageously = heldhaftig current = huidig enable = Mogelijk maken Exclusion = buitensluiting Inclusion = opgenomen worden indicate = aangeven Intrigue = intrigeren mainstream = iedereen mission = opdracht outrageous = extravagant peer = gelijke phenomenon = fenomeen prominent = overheersend provide = voorzien van refer to = Refereren aan Revolt against = In opstand komen tegen separate = los surely = vast en zeker utter = volstrekt accurate = nauwkeurig assumption = veronderstelling Amplify = versterken breakdown = Mankement Become estranged = Vervreemd raken cause = veroorzaken clash = conflict Clarify = verduidelijken Cooperate = samenwerken decent = fatsoenlijk Differ = verschillen eliminate = verwijderen focus = concentreren ignorant = onwetend Interpret = uitleggen poverty = armoede root = wortel temper = humeur verify = controleren authority = autoriteit by means of = door middel van distinguished = belangrijke flattered = gevleid frequent = Er vaak komen nasty = nare / vervelende opportunity = gelegenheid similar to = gelijk aan Celebrities = beroemdheden contestant = deelnemer couch potato = luilak Crave = verlangen naar daft = stom lame = stom massive = enorm mimic = imiteren pronounce = uitspreken proper = nette shallow = oppervlakkig alternate = afwisselende Be appointed = aangesteld worden constitutional = grondwettelijk dominate = overheersen Exasperating = vervelend futile = nietszeggend implement = invoeren Look-alike = dubbelganger ludicrous = belachelijk Merge with = Samengaan met quaint = schilderachtig Sizeable = Van redelijke grootte zest = hartstocht comparable = Vergelijkbaar met dedicated = toegewijd High-pitched = hoog minimise = minimaliseren Maximise = maximaliseren Rectangular = rechthoekig Renewable = recyclebaar Rumbling = rommelend Solar cells = zonnecellen strap = band confusion = verwarring Dash = sprint damage = schade dazed = verdwaasd debris = puin Demolish = vernietigen gutter = goot