Hoofdstuk 2 - 1 A t/m G
Bij methode Stepping Stones aangemaakt op 09-09-2020 door daan en inmiddels 529 keer bekeken.
Leerjaar: 3
Niveau: vwo
Vragen
autograph = handtekening be under the impression = de indruk hebben bloke = kerel by nature = van nature bottom = bodem collection(1) = verzameling(1) condition = voorwaarde Do-It-Yourself / DIY = doe-het-zelven felt = vilt hole = gat lampshade = lampenkap mirror = spiegel picture frame = fotolijstje recover = bijkomen restore = herstellen report = reportage rotten = bedorven skunk = stinkdier tear = scheur time consuming = tijdrovend trash = afval water resistant = waterbestendig attain = bereiken attempt = een poging doen belt = riem capability = capaciteit collection = (mode-)collectie cover = behandelen drive = motivatie embarrassment = schaamte enter = deelnemen aan environmentally friendly = milieuvriendelijk in addition to = naast inspire = inspireren reluctantly = met tegenzin transformation = verandering valuable = waardevol complicated = ingewikkeld disrespectful = respectloos keep an open mind = ruimdenkend zijn occasion = gelegenheid odd = ongewoon, raar participate = deelnemen catch on = aanslaan value = waarde be caught up in = in beslag worden genomen door be homesick = heimwee hebben desire = verlangen / wens determined = vastbesloten feel like = zin hebben in genuinely = oprecht get the hang of = de smaak te pakken krijgen open-minded = ruimdenkend paper round = krantenwijk pretend = doen alsof ruin = verpesten satisfied with = tevreden met some day = ooit successful = succesvol odd = raar, ongewoon adjust = aanpassen adventurer = avonturier affection = genegenheid anticipation = verwachting apology = verontschuldiging awkward = onbeholpen content = tevreden devotion = toewijding envy = jaloezie exception = uitzondering familiar = vertrouwd fascination = fascinatie frustration = frustratie furious = razend generation = generatie governess = gouvernante old-fashioned = ouderwets peaceful = vredig proposal = huwelijksaanzoek regular = geregeld(e) reluctant = onwillig rude = grof shortcoming = tekortkoming steady = stabiel(e), vast(e) tendency = neiging tender = teder appreciate = waarderen claim = beweren disadvantage = nadeel earn a living = de kost verdienen in need = hulpbehoevend peer = gelijke / leeftijdsgenoot pursue = nastreven shrug = schouders ophalen source = bron strive = zich inspannen voor calm down = rustig maar change my mind = van gedachten veranderen cheer up = kop op fall in love = verliefd worden feel (sorry) for = medelijden hebben met give up = opgeven handle = omgaan met imagine = zich voorstellen never mind = het geeft niets plan = plannen position = positie reassure = geruststellen relate = (ergens kunnen) inkomen rush = haast still = nog steeds work out = goedkomen worry = zich zorgen maken