Hoofdstuk 4 - Vocabulary A+C+D+C&C+E+F
Bij methode Stepping Stones deel 1 aangemaakt op 16-06-2020 door lotte en inmiddels 570 keer bekeken.
Leerjaar: 1
Vragen
dye = verven lifestyle = levensstijl memory = herinnering (pocket) money = (zak) geld present = cadeau rich = rijk spare time = vrije tijd spend = besteden, uitgeven sweets = snoep tight = strak across = over charity = goed doel compose = schrijven, componeren discover = ontdekken donate = schenken exciting = spannend, opwindend freezing = ijskoud hard = moeilijk hero = held home = thuis home game = thuiswedstrijd kitchen = keuken life = het leven neighbours = buren normal, regular = normal move = verhuizen prepare = voorbereiden responsibility = verantwoordelijkheid room = kamer talented = getalenteerd, begaafd travel = reizen town = stad vote = stemmen record = record bad, worse, worst = erg, erger, ergst birthday = verjaardag good, better, best = goed, beter, best interests = interesses left = over music = muziek nickname = bijnaam secret = geheim sporty = sportief, sportieve than = dan time = tijd trip = reis vegetarian = vegetariër about = ongeveer die = doodgaan divide into = verdelen in languages = talen size = grootte, omvang be about = gaan over celebrity = beroemdheid choice = keus clothing, clothes = kleding difference = verschil end = eindigen entertainment = vermaak fashion = mode first, then, finally = eerst, dan, tenslotte hideous = afschuwelijk homeless = dakloos, dakloze hooked on = verslaafd aan influence = invloed likely = waarschijnlijk move on = doorgaan neighbourhood = buurt, wijk part = deel presentation = presentatie, spreekbeurt price tag = prijskaartje selfish = egoïstisch society = samenleving something = iets talk = presentatie, spreekbeurt wear = dragen (un)able = (niet) in staat active = actief bother = de moeite nemen compared to = in vergelijking tot decide = beslissen diet = dieet exercise = beweging nemen healty = gezond, gezonde heart attack = hartaanval height = lengte instead of = in plaats van lazy = lui lose weight = afvallen nowadays = tegenwoordig overweight = te zwaar probably = waarschijnlijk ready meal = kant-en-klaar maaltijd remember = onthouden, (zich) herinneren small = klein supper = avondeten vegetables = groenten weight = gewicht