Hoofdstuk 4 - Alle woordjes
Bij methode Stepping Stones deel A aangemaakt op 05-05-2020 door james en inmiddels 543 keer bekeken.
Leerjaar: 3
Niveau: vwo
Vragen
abandoned = verlaten barter = ruilen borrow = lenen carpentry = timmerwerk cash in = omwisselen voor contant geld dump = vuilnisbelt equal = gelijk evoke = oproepen greedy = hebzuchtig gossip = roddels landfill = stortterrein nanny = kinderjuffrouw nettle = brandnetel organic = biologisch perk = voordeel pesticides = bestrijdingsmiddel pick = plukken possession = bezit profit = winst property = huis, gebouw rag = vod register = zich opgeven supply teacher = inval-leerkracht trade = ruil trial = proef vintage = tweedehands, retro win over = overhalen account = rekening appropriate = geschikt(e) bill = rekening charges = kosten commit = zich vastleggen debt = schuld deposit = storting direct debit = automatische overschrijving fee = tarief involve = met zich meebrengen irresponsibly = onverantwoordelijk overdraft = bankschuld pay off = aflossen, afbetalen peak hour = piekuur purchase = aanschaffen service provider = dienstverlener step in = te hulp schieten top up = aanvullen considerably = aanzienlijk flaw = gebrek, zwakke plek remind = doen denken tend to = neigen vital = essentieel weather resistant = weerbestendig current = gangbaar, geldend edge = rand engrave = graveren derived from = afgeleid van slang = straattaal assets = (bedrijfs)middelen budding = in de dop capitalize = munt slaan uit chairman = hoofd, voorzitter detect = vinden, bespeuren encounter = geconfronteerd worden met entrepreneur = ondernemer estimate = schatten evident = duidelijk expand = uitbreiden exploit = profiteren van flip through = doorbladeren forward = doorsturen generate = opwekken inconvenience = ongemak invest = geld beleggen lay out = ontwerp managing director = directeur massive = enorm(e) merge = fuseren, samengaan pass = voorbij laten gaan rake in = vergaren, bijeenhalen recipient = ontvanger tutorial = privéles, werkgroep accomplish = volbrengen apprenticeship = leertijd combat = duel craft = vak, ambacht cramped = krap(pe) decade = tien jaar device = apparaat familiar = bekend fire extinguisher = brandblusser firearm = vuurwapen gruesome = gruwlijk(e) heroic = heldhaftige hood = capuchon impact = schok, botsing insert = inzetten layer = laag life-like = levensecht paramedic = medische hulpverlener rip = scheuren alongside = samen met approximately = ongeveer assemble = bij elkaar komen descent = afdalen digest = verteren due to = vanwege effort = moeite encounter = tegenkomen endure = verdragen equivalent = gelijk aan eventually = uiteindelijk lack of = gebrek aan mighty = machtige notice = opmerken quest = zoektocht remoteness = verafgelegen ligging ridge = bergrug significantly = beduidend slope = helling summit = top aid = hulp appeal = oproep CCTV = gesloten televisiecircuit footage = (stuk) film hiker = wandelaar mountaineer = bergbeklimmer refuge = schuilhut relief = hulp safe and sound = veilig en wel spokesman = woordvoerder support = steun compile = samenstellen concrete = beton feat = prestatie game = wild numerous = talrijk recline = achterover leunen according to = volgens anxiety = angst awareness = bewustzijn awkward = lastig(e), pijnlijk(e) back out = terugkrabbelen beyond = (daar)achter brand new = spiksplinternieuw(e) confined to = opgesloten in conspiracy = samenzwering counter = balie crawl = kruipen dangle = bungelen dentures = kunstgebit dreadful = vreselijk glacier = gletsjer interfere = hinderen native = inheems nauseous = misselijk pound = bonken shriek = gillen snow capped = met sneeuw bedekt steadily = langzaamaan tie up = vastbinden titbit = nieuwtje tremendous = geweldig(e)