⦾ alles laten zien ⦿ alles verbergen ⇄ omdraaien ⤨ herhaal moeilijk ⤨ shuffle

Overhoren - Hoofdstuk 7 - Alle vocabulaire A t/m G - vmbo-t/havo/vwo 2

Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op . Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met of . Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.

Engels Nederlands
attic = ... ?
veiling = ... ?
bieden = ... ?
caissière = ... ?
zeker = ... ?
goede doel = ... ?
concurrentie = ... ?
warenhuis = ... ?
doneren = ... ?
oorbellen = ... ?
met lege handen = ... ?
heftig(e) = ... ?
vrijgevig = ... ?
grijpen = ... ?
juwelen = ... ?
noemen = ... ?
eigenaar = ... ?
winst = ... ?
waarde = ... ?
advertentie = ... ?
hoeveelheid = ... ?
reclamespot = ... ?
momenteel = ... ?
experiment = ... ?
in plaats van = ... ?
meteen = ... ?
leiden, besturen = ... ?
naast = ... ?
beloven = ... ?
ontvangen = ... ?
antwoord = ... ?
bord = ... ?
slagen, succes hebben = ... ?
ruilen = ... ?
bekend = ... ?
wekker = ... ?
katoen = ... ?
korting = ... ?
kado = ... ?
metaal = ... ?
beperkt = ... ?
(aan)bieden = ... ?
bestellen = ... ?
mogelijk = ... ?
teruggave = ... ?
tevreden = ... ?
tevredenheid gegarandeerd = ... ?
maat = ... ?
voorraad = ... ?
bewonderen = ... ?
roltrap = ... ?
oprichter = ... ?
boodschappen = ... ?
bibliotheek = ... ?
tegenwoordig = ... ?
onderzoek = ... ?
personeel = ... ?
geschikt(e) = ... ?
gecompliceerd = ... ?
afdeling = ... ?
teleurstellen = ... ?
werknemer = ... ?
geheel = ... ?
zat van = ... ?
betrekken = ... ?
etiket = ... ?
beleefd = ... ?
bon = ... ?
belachelijk = ... ?
helpdesk = ... ?
winkelbediende, verkoper = ... ?
krimpen = ... ?
garderobe = ... ?
afdeling = ... ?
betrekken = ... ?
bocht = ... ?
rondneuzen = ... ?
bevatten = ... ?
dagelijks = ... ?
afhangen van = ... ?
ingang = ... ?
uitgang = ... ?
hal = ... ?
overdekt winkelcentrum = ... ?
parkeergebied = ... ?
kleinhandel = ... ?
oppervlakte = ... ?
bezoeker = ... ?
koopje = ... ?
storen = ... ?
ruilen = ... ?
schuld = ... ?
weggevertje = ... ?
waar voor mijn geld krijgen = ... ?
opzij leggen = ... ?
verantwoordelijkheid = ... ?
iemand anders = ... ?
terugbrengen = ... ?
gelijksoortig = ... ?

Klaar!