71-80+111-120

Bij methode Follow Up aangemaakt op 16-01-2020 door daan en inmiddels 542 keer bekeken.
Leerjaar: 5 Niveau: havo

Vragen

House of Commons = Lagerhuis
House of Lords = Hogerhuis
mayor = burgemeester
independence = onafhankelijkheid
independent = onafhankelijk
to pass = aannemen (van wet)
bill = wetsontwerp
debate = debat
act = wet
to declare = verklaren
declaration = verklaring
to vote = stemmen
majority = meerderheid
minority = minderheid
to overwhelm = overweldigen
to be in charge = de leiding hebben
constituency = kiesdistrict
ally = bondgenoot
alliance = bondgenootschap
nuclear = kern- / atoom-
feasible = uitvoerbaar
to reign = regeren
framework = kader
to endorse = goedkeuren
pledge = belofte
to evolve = zich ontwikkelen
the polls = de verkiezingen
constitution = grondwet
constitutional = grondwettelijk
according to = volgens
opinion poll = opiniepeiling
with regard to = met betrekking tot
issue = vraagstuk / (geschil)punt
treaty = verdrag
to violate = schenden
influence;impact = invloed
to influence = beïnvloeden
to persecute = vervolgen
to abuse = misbruiken
abuse = misbruik
to suppress = onderdrukken
riot = relletje
arbitrary = willekeurig
to recognise = erkennen
recognition = erkenning
view(s) = mening
to fail = mislukken
failure = mislukking
concept = opvatting
to curb = beperken
significant = belangrijk
insignificant = onbelangrijk
significance = belang(rijkheid)
distinction = aanzien
to attain = bereiken
to impeach = aanklagen
to abstain from = zich onthouden van
to nominate = kandidaat stellen / voordragen
refugee = vluchteling
refuge = toevlucht(soord)
to distribute = verdelen
distribution = verdeling
controversy = controverse
controversial = controversieel
to back = steunen
scheme = plan / project
merit = verdienste
advocate = voorstander
Commonwealth = Gemenebest
to oppose = zich verzetten tegen
opposition = verzet
opponent = tegenstander
to dissolve = ontbinden
supreme = hoogste
momentous = belangrijk
to diverge = verschillen
rigorous = streng / drastisch
strife = onenigheid / strijd
to voice = uiten / uitspreken
scorn = minachting
to advocate = een voorstander zijn van / bepleiten
session = zitting
margin = marge
to participate = deelnemen
participation = deelname / participatie
EC / EEC = EG / EEG
community = gemeenschap
common = gemeenschappelijk
to implement = uitvoeren / implementeren
headquarters = hoofdkwartier
to realize = realiseren
conspiracy = samenzwering
prominent = vooraanstaand / prominent
to reform = hervormen
sanction = sanctie
to represent = vertegenwoordigen
representative = vertegenwoordiger
sanction = goedkeuring
to ban = verbieden
virtual(ly) = praktisch / bijna
ranks = gelederen
dispute = geschil / twist
to modify = wijzigen
to clash = botsen / in conflict komen
welfare work = maatschappelijk werk
charity = liefdadigheid
charitable = liefdadig
bourgeois = burgelijk
mankind = de mensheid
citizen = (staats)burger
aid = hulp
to dedicate to = wijden aan
tribe = stam
civilized = beschaafd
civilization = beschaving
justice = rechtvaardigheid
injustice = onrechtvaardigheid
knight = ridder
celebrated = beroemd
celebrity = beroemdheid
humane = menswaardig / humaan
racial = rassen-
ethnic minority = allochtonen
drab = saai / kleurloos
to confer = verlenen
alien = vreemdeling / buitenlander
to alienate = vervreemden
alienation = vervreemding
to assimilate = zich aanpassen
assimilation = aanpassing
to mingle with = zich begeven onder
the establishment = de gevestigde orde
to abolish = afschaffen
abolition = afschaffing
to oppress = onderdrukken
oppression = onderdukking
slogan = leuze
to exploit = uitbuiten
exploitation = uitbuiting
influx = toestroom
asylum seeker = asiel zoeker
residence permit = verblijfsvergunning
developing country = ontwikkelingsland
segregation = scheiding
non-existent = niet bestaand
national anthem = volkslied
supremacy = overheersing
nobleman = Edelman
nobility = adel
to accommodate = zich aanpassen
to restore = teruggeven
restoration = teruggave
peer = Edelman
truce = wapenstilstand
missile = raket
to arm = bewapenen
arms = wapens
armament = bewapening
to launch = lanceren
to surrender = zich overgeven
to disarm = ontwapenen
to humiliate = vernederen
humiliation = vernedering
rifle = geweer
to aim = richten, mikken
aim = doel(wit)
to sacrifice = opofferen
air raid = luchtaanval
casualty = slachtoffer
civil war = burgeroorlog
civilian = burger
to withdraw = terugtrekken
withdrawal = terugtrekking
to retreat = zich terugtrekken
assault = aanval
to ravage = verwoesten
to deprive of = beroven van
deprivation = ontbering
brave = dapper
courageous = dapper
bravery = moed
courage = moed
hero = held
heroine = heldin
heroic = heldhaftig
to encourage = aanmoedigen
to discourage = ontmoedigen
massacre = bloedbad
victory = overwinning
rank = rang
private = gewoon soldaat
to conquer = veroveren
to execute = uitvoeren
to reveal = onthullen
revelation = onthulling
volunteer = vrijwilliger
voluntary = vrijwillig
to capture = gevangennemen
Norman = Normandisch
conquest = verovering
to display = tonen
display = vertoon
captive = gevangen
captivity = gevangenschap
to defy = trotseren, negeren
to distinguish oneself = zich onderscheiden
to survive = overleven
survival = overleving
survivor = overlevende
to enlist = dienst nemen
treason = verraad
trench = loopgraaf
horror = verschrikking
senseless = zinloos
to overcome = overwinnen
to provide with = voorzien van
supply with = voorzien van
target = doel(wit)
to claim = beweren
naval = marine-
hardship = ontbering
sophisticated = verfijns, geperfectioneerd
coward = lafaard
to deter = afschrikken
deterrent = afschrikmiddel
conditions = voorwaarden
terms = voorwaarden
to abhor = verafschuwen
secrecy = geheimhouding
bold = (stout)moedig
to annihilate = vernietigen
to submit to = zich onderwerpen aan
to occupy = bezetten
occupation = bezetting
to reinforce = versterken
cause = (goed)zaak
just = rechtvaardig
combat = strijd
to combat = bestrijden
mutiny = muiterij
sentry = schildwacht
destiny = lot
fate = lot
to repel = afslaan, afstoten
to brainwash = hersenspoelen
victor = overwinnaar
struggle = strijd
barracks = kazerne
exempt from = vrijgesteld van
liberty = vrijheid
to liberate = bevrijden
liberation = bevrijding
to destine = (voor)bestemmen
to embark = zich inschepen
to embark on = beginnen aan
outrage = verontwaardiging
outrage = gewelddaad
to outrage = shockeren
outrageous = schokkend
to devastate = verwoesten
to advance = vorderen
advance = vordering
to interfere in = zich bemoeien met
interference = bemoeienis
to associate = associëren
to betray = verraden
betrayal = verraad
traitor = verrader
to insist on = erop staan
goal / objective / aim = doel
plausible = aannemelijk
to consider = overwegen
to view = bekijken
to attend to = letten op
faculty = vermogen
to argue = betogen
to exert = uitoefenen
to disregard = negeren
uncompromising = onbuigzaam
to envisage = zich voorstellen
to recollect = zich herinneren
recollection = herinnering
to adhere to = zich houden aan
to contemplate = overwegen
Regret = spijt
Unanimous = unaniem
spirit = geest
Spiritual = geestelijk
Thesis = stelling
Myth = mythe
To trust = vertrouwen
To distrust = wantrouwen
Trustworthy = betrouwbaar
To dominate = overheersen
Dominance = overheersing
Dominant = overheersend
Resolution = voornemen / besluit
Cunning = sluw / listig
sensible = verstandig
Conscientious = nauwgezet
To scrutinize = onderzoeken
Scrunity = onderzoek
To subject to = onderwerpen aan
Predominantly = voornamelijk
Prone = geneigd
Prone to = gevoelig voor
To resolve = besluiten
To take account of = rekening houden met
Reverence = eerbied
to occupy = bezig houden
pride = trots
proud(of) = trots op
temper = humeur
to boast = opscheppen
reluctantly = met tegenzin
reluctance = tegenzin
to adore = aanbidden
upset = van streek
disgust = walging
nerve = lef
faith = geloof
faithful = trouw
to confide to = toevertrouwen
confidence = vertrouwen
confidential = vertrouwelijk
confident = vol vertrouwen
sincere = oprecht
sincerity = oprechtheid
compulsive shopper = winkelverslaafde
compulsive gambler = gokverslaafde
upsetting = schokkend
affection = genegenheid
affectionate = liefhebbend
to beseech = smeken
to immerse = onderdompelen
worried = bezorgd
worry = zorg
grateful = dankbaar
gratitude = dankbaarheid
attached to = gehecht aan
indignant = verontwaardigd
indignation = verontwaardiging
to fuss = zich druk maken
fuss = drukte
tense = gespannen
tension = spanning
to envy = benijden
jealous = jaloers
jealousy = jaloezie
anxious = bezorgd
anxiety = bezorgdheid
anxious = verlangend
amiable = vriendelijk
ghastly = afschuwelijk
envy = afgunst
envious = afgunstig
wrechted = ellendig
apprecation = waardering
to embarrass = in verlegenheid brengen
embarrassment = verlegenheid
revenge = wraak
to revenge = wreken
to detest = verafschuwen
prejudice = vooroordeel
prejudiced = bevooroordeeld
averse to = afkerig van
aversion = afkeer
bias = vooroordeel
biased = bevooroordeeld
to fancy = zin hebben in
grudge = wrok
to grudge = misgunnen
radiant = stralend
to shrink form = terugdeinzen
grave = ernstig
gravity = ernst
rage = woede
vengeance = wraak
to appal = schokken
appaling = afschuwelijk
anguish = grote angst
to cherish = koesteren
to esteem = waarderen
to rage = woeden
to frighten = bang maken
contempt = minachting
marvellous = schitterend
passion = hartstocht
passionate = hartstochtelijk
despair = wanhoop
to despair = wanhopen
desperate = wanhopig
to bother = dwars zitten
to exaggerate = overdrijven
to offend = beledigen
offence = belediging
security = veiligheid
security = zekerheid
gorgeous / mangnificent = schitterend
revolting = afschuwelijk
to resent = bezwaar hebben tegen
resentment = wrok
to startle = laten schrikken
secure = veilig
contemptible = gemeen
marvel = wonder
to marvel at = bewonderen
to long for = verlangen naar
a nuisance = iets vervelends
to depress = deprimeren
to reassure = geruststellen
to tolerate = verdragen
tolerable = draaglijk
tolerant = verdraagzaam
intolerant = onverdraagzaam
intolerance = onverdraagzaamheid
towards = tegenover
obsessed = bezeten
to admire = bewonderen
admirable = bewonderingswaardig
admiration = bewondering
haunted house = spookhuis
to take into consideration = rekening houden met
to affect = raken
to affect = beïnvloeden
to deplore = betreuren
deplorable = zeer slecht
to loathe = walgen van
to haunt = achtervolgen
to annoy = ergeren
annoyance = ergernis
to urge = aansporen
urge = drang
fit = aanval
remorse = wroeging
ruthless = meedogenloos
dismay = ontzetting
pathetic = zielig
shy = verlegen
shyness = verlegenheid
mood = stemming
to reproach = verwijten
eager = verlangend
genial = hartelijk
awe = ontzag
misgivings = twijfels
to lament = betreuren
perplexed = met stomheid geslagen
to rejoice = zich verheugen
to excite = opwinden
flurry = nerveuze drukte
to subdue = onderdrukken
stupendous = verbazingwekkend
to disappoint = teleurstellen
disappointment = teleurstelling
to appeal to = aantrekken
appeal = aantrekkingskracht
to exist = bestaan
existence = bestaan
sorrow / grief = verdriet
to mourn = rouwen om
sensitive = gevoelig
sensitivity = gevoeligheid
cheerful = opgewekt
weird = griezelig
pity = medelijden
to scare = bang maken
release = opluchting
to bewilder = verbijsteren
bewilderment = verbijstering
compassion = medelijden
compassionate = vol medelijden
distaste = afschuw
distasteful = smakeloos
pitiful = erbarmelijk
to be fed up = het zat zijn
to restore = herstellen
anger = woede
to bother = moeite doen
bond = band
to consider = rekening houden met
mutual = wederzijds
to resign oneself to = berusten in
to control = beheersen
control = beheersing
to inhibit = remmen
inhibition = remming
disregard = onverschilligheid
delight = vreugde
delighted = erg blij
intimate = intiem
to restrain = beheersen
restraint = beheersing
hatred = haat
wrath = toorn
to stagger = verbijsteren
to dismiss = afdoen
to relate to = kunnen opschieten met
to retain = bewaren