56-58

Bij methode Follow Up aangemaakt op 01-06-2020 door thomas en inmiddels 473 keer bekeken.
Leerjaar: 4 Niveau: havo

Vragen

job centre = arbeidsbureau
vacancy = vacature
to apply (for) = solliciteren (naar)
application = sollicitatie
letter of application = sollicitatiebrief
applicant = sollicitant
job interview = sollicitatiegesprek
experience = ervaring
experienced = ervaren
post / position = betrekking
to turn down = afwijzen
to earn = verdienen
wage = loon
to strike = staken
(trade) union = vakbond
to dismissal = ontslag
dismissal = ontslagen
to sack / to fire = ontslaan
labour = arbeid
shift = ploegendienst
to appoint = benoemen
appointment = benoeming
appointment = afspraak
capable / able = bekwaam
capability / ability = vermogen
to co-operate = samenwerken
co-operation = samenwerking
work permit = werkvergunning
to retire = met pensioen gaan
retirement = pensionering
to employ = in dienst hebben
employee = werknemer
employer = werkgever
employment = werk
unemployed = werkloos
unemployment = werkloosheid
suitable = passend / geschikt
accustomed to / used to = gewend aan
to negotiate = onderhandelen
negotiation = onderhandeling
crucial = cruciaal / beslissend
to manufacture = fabriceren
manufacturer = fabrikant
to earn a living = de kost verdienen
livelihood = middelen van bestaan
consultant = consultant / adviseur
consultancy = adviesbureau
to require = (ver)eisen
requirement = vereiste
skill = vaardigheid
(un)skilled = (on)geschoold
staff / personnel = personeel
to supervise = toezicht houden op
supervision = toezicht
benefit = uitkering
to be on the dole = een ww-uitkering hebben
to be entitled to = rechthebben op
to involve = inhouden / met zich meebrengen
stage = stagair / stagaire
traineeship = stage
(un)desirable = (on)wenselijk
to resign = ontslag nemen
assignment = opdracht
profession / occupation = beroep
trial period = proefperiode
to qualify = een bevoegheid halen
qualification = bevoegdheid
qualified = bevoegd
manual / manually = met de hand
on behalf of = namens
engaged = bezig / bezet
clerk = administratief medewerker
to quit = opgeven / stoppen met
expat / expatriate = expat
temporary = tijdelijk
employement agency = uitzendbureau
temp = uitzendkracht
to temp = als uitzendkracht werken
personnel manager = personeelschef
to recruit = werven / aantrekken
responsible = verantwoordelijk
responsibility = verantwoordelijkheid
to merge = fuseren
merger = fusie
demand (for) = vraag (naar)
to demand = eisen
demand = eis