Hoofdstuk 3 - Hoofdstuk 3

Bij methode Diversen Engels aangemaakt op 31-03-2021 door julian en inmiddels 362 keer bekeken.
Leerjaar: 0

Vragen

annually = jaarlijks
clockwise = met de klok mee
drowsy = slaperig
eagle = arend, adelaar
gatherer = verzamelaar
gathering = bijeenkomst
graceful = sierlijk
honour = eer
hunter = jager
index finger = wijsvinger
to nod = knikken
ornaments = versieringen
to represent = vertegenwoordigen
retrieval = terughalen
rewarding = lonend
ribbon = lint
sacred = heilig
shawl = sjaal, omslagdoek
to show around = rondleiden
wisdom = wijsheid
angry = boos
autumn = herfst
candy = snoep
chips = patat
cinema = bioscoop
closet = (kleding)kast
crazy = gek
crisps = chips
elevator = lift
fall = herfst
first floor = begane grond
Football = voetbal
fries = patat
ground floor = begane grond
lift = lift
mad = boos
mad = gek
movie theater = bioscoop
pavement = stoep
potato chips = chips
shop = winkel
sidewalk = stoep
sneakers = sportschoenen
soccer = voetbal
store = winkel
subway = metro, ondergrondse
sweets = snoep
terraced house = rijtjeshuis
town house = rijtjeshuis
trainers = sportschoenen
underground = metro, ondergrondse
wardrobe = kledingkast
canned goods = etenswaren in blik
to canoe = kanoen
facilities = voorzieningen
greatness = grootheid
health care = gezondheidszorg
igloo = iglo
independent = onafhankelijk
isolated = afgelegen
mosquito = mug
to plan ahead = vooruit plannen
probably = waarschijnlijk
woods = bos
behind = achter
car park = parkeerplaats
destination = bestemming
near = dichtbij
next to = naast
to recommend = aanbevelen
scenery = landschap
shopping centre = winkelcentrum
sunset = zonsondergang
to act = acteren
appearance = uiterlijk
bold = (stout)moedig
cheerful = vrolijk
connection = band
corridor = gang
fair enough = prima
to find out = te weten komen
immediately = onmiddellijk
job = baan
job interview = sollicitatiegesprek
never mind = laat maar
opportunity = kans
perhaps = misschien
sign = (uithang)bord
to walk down = aflopen
to worry = zorgen maken
achievement = prestatie
attempt = poging
back and forth = heen en weer
to be hit by = getroffen worden door
to be in charge of = de leiding hebben over
to carry on = doorgaan
confidence = zelfvertrouwen
daredevil = waaghals
due to = vanwege
eventually = uiteindelijk
in particular = in het bijzonder
necessary = noodzakelijk
no doubt = zonder / geen twijfel
to prepare = voorbereiden
reckless = roekeloos
stunning = verbluffend
whether … or = of … of
wire = koord
to dream of = dromen van
to host = presenteren
to look forward to = uitkijken naar
possible = mogelijk