unit 10 + 11

Bij methode New Headway English Course aangemaakt op 30-03-2022 door lauren en inmiddels 313 keer bekeken.
Leerjaar: 3 Niveau: havo/vwo

Vragen

abandon = achterlaten
absurd = absurd
accuse = beschuldigen
adolescent = puber
agnostic = agnost
alienate = vervreemden
angle = hoek, standpunt
auction = veiling
be descended from = afstammen van
be unaware (of) = niet weten, niet bewust zijn van
bid = bod
bulk = grootste deel, leeuwendeel
chain = vastmaken (met ketting)
charge = aanrekenen
clinic = kliniek, ziekenhuis
concept = concept
conditions = voorwaarden
contradict = tegenspreken
contrary to = in tegenstelling tot
creationist = creationist
disorder = aandoening
encourage = aanmoedigen
equality = gelijkheid
evolve = evolueren
existence = bestaan
expert = expert
force-feeding = dwingen te eten
gossip = roddellen
healer = genezer
heresy = ketterij
heretical = ketters
heroine = heldin
highs and lows = hoogtepunten en dieptepunten
hip = heup
hunger strike = hongerstaking
hurl = gooien
hysterical = hysterisch
in the public eye = in de publieke belangstelling
incapable = onbekwaam
indifferent = pover, middelmatig
individually = individueel
influential = invloedrijk
insoluble = onoplosbaar
irresponsible = onverantwoordelijk
ketchup = ketchup
law-breaker = delinquent
many happy returns = nog vele Jaren
mediocre = middelmatig
meditate = mediteren
mesmerize = fascineren
method = methode
migraine = migraine
militant = militant
motivation = motivatie
natural selection = natuurlijke selectie
notion = idee
observe = observeren
opponent = tegenstander
originate = ontstaan
password = wachtwoord
persuade = overtuigen
planet = planeet
presenter = presentator
process = proces
promotion = promotie
protest = protesteren
put forward (a theory) = naar voren brengen
railings = omheining
rain down = neerkomen
rational = rationeel
recommed = aanbevelen
recording studio = opnamestudio
remind = herinneren aan
reputation = reputatie
reverse = achteruit rijden
rhythm = ritme
right = recht
right-wing = van de rechterzijde, conservatief
riot = rel
rotate = draaien, roteren
sell-out = een uitverkocht evenement
sensational = sensationeel
sex symbol = sekssymbool
shake = shudden, aan het wankelen brengen, schokken
significance = belang
simply = gewoon, simpelweg
slash = snijden, kerven
species = (dier)soort
spill = morsen
standstill = stilstand
struggle = strijd
suffragette = suffragette, militante strijdster voor vrouwenstemrecht
suffragist = voorstander van vrouwenstemrecht
tactic = tactiek
telescope = telescoop
theory = theorie
threat = bedreiging
undermine = undermijnen
unverifiable = onverifieerbaar
amenity = voorziening
ancestor = voorouder
appear = blijken, schijnen
arch = boog
basically = eigenlijk
brewery = brouwerij
bronze = bronzen
burger = hamburger
calculation = berekening
capacity = capaciteit
cathedral = kathedraal
chairman = voorzitter
changing room = kleedkamer
coal = steenkool
code = code
commerce = handel
complex = ingewikkeld
crystal = kristallen
daily = dagelijks
decoration = decoratie
depict = afbeelden
device = apparaat
to spare = missen
acquaintance = kennis
afford = veroorloven
agitated = zenuwachtig
anniversary = verjaardag
anyway = trouwens
apparently = blijkbaar
athlete = atleet
available = beschikbaar
battery = batterij
be reflected (in) = weerspiegelen worden (in)
become suspicious = argwanend, achterdochtig
bird-brained = stompzinnig, dom
break out of = ontsnappen uit
break up = uit elkaar gaan
bruise = blauwe plek
burgle = inbreken
candlestick = kandelaar
cheers = dag
chimpanzee = chimpansee
club together = samenleggen
clue = aanwijzing
come up with = bedenken
cricket = cricket
crow = kraai
culprit = schuldige, dader
dehydrate = uitdrogen
dot = punt
dreadful = verschrikkelijk
dry = droog
dump = dumpen
eat out = uit eten gaan
eat up = opeten
elementary = eenvoudig
entry = toegang
eyesight = zicht
fall out = ruzie maken
feather = veer
find out = vinden, uitzoeken
flatmate = flatgenoot
gamble = gokken
have around = in de buurt hebben
hopefully = hoopvol
hurriedly = gehaast
identical = identiek
impatiently = ongeduldig
intruder = indringer
investigation = onderzoek
irritably = geirriteerd
jelly = drilpudding
lecture = les
liar = leugenaar
lightning = bliksem
lightning conductor = bliksemafleider
long jump = verspringen
look like = lijken op
lottery = loterij
lump = blok,brok
make something up = iets verzinnen
make up (with somebody) = goedmaken
mimic = imiteren
mineral water = mineraalwater
motive = motief
naturally = uiteraard
no kidding! = echt waar!
obviously = kennelijk, klaarblijkelijk
on tiptoe = op de toppen van de tenen
optical illusion = optische illusie
oversleep = verslapen
parrot = parkiet
personally = persoonlijk
presumably = vermoedelijk
promote = bevorderen
radar = radar
ransack = doorzoeken
really = echt
refuse = weigeren
responsible = verantwoordelijk
rugby = rugby
save up = sparen
scandal = schandaal
shrink = krimpen
skyscraper = wolkenkrabber
snowflake = sneeuwvlokje
sole = zool
solve = oplossen
sort out = organiseren, in orde brengen
spike = spike, (scherpe) punt
strike = treffen
take up = gaan doen aan, beginnen met
threshold = drempel
tidy up = opruimen
to be honest = om eerlijk te zijn
translation = vertaling
trick = truuk
tutor = studiebegeleider
undoubtedly = ongetwijfeld
unplug = uit het stopcontact trekken
who on earth? = wie in hemelsnaam?
wobbly = wankel
work out = (gunstig) verlopen
work something out = iets oplossen
zillions = miljoenen, tig