Hoofdstuk 8 - [UNIT 8 EN 9] Boys and Girls/ Time for a story

Bij methode New Headway English Course aangemaakt op 01-01-2021 door gijs en inmiddels 448 keer bekeken.
Leerjaar: 3 Niveau: havo

Vragen

achievement = prestatie
Climbers = beklimmers
cling on = zich vasthouden aan
figure = silhouet
fit = fit
heat = hitte
rock climbing = bergbeklimmen
tourist spot = toeristische trekpleister
baseball = honkbal
equipment = uitrusting
Gymnastics = turnen
racing = racen
sailing = zeilen
skydiving = skydiven
squash = squash
audience = publiek(toeschouwers)
nerves = zenuwen
hopeless = hopeloos
aggressive = agressief
contest = strijd
determined = vastbesloten
gold medal = gouden medaille
heptathlon = zevenkamp
high jump = hoogspringen
javelin throw = speerworp
Labrador = Labrador
long jump = verspringen
physiotherapist = fysiotherapeut
recover = herstellen
shot put = kogelstoten
boisterous = luidruchtig
chatty = praatgraag
competitive = prestatie graag
dive = duiken
endlessly = eindeloos
exhausting = afmattend, vermoeiend
gentle = rustig
go-karting = karting
haulage = transport
horse-riding = paardrijden
polite = beleefd
pouring = stort
sporty = sportief
untidy = rommelig
aftershave = aftershave
blouse = bloes
casual wear = vrijetijdskleding
suit = pak
allergy = allergie
antibiotic = antibioticum
diagnosis = diagnose
diarrhoea = diarree
fever = koorts
flu = griep
food poisoning = voedselvergiftiging
glands = klieren
infection = infectie
liquids = vocht
patient = patient
penicillin = penicelline
prescription = recept (van de dokter)
sickness = (wagen)ziek
sneeze = Niezen
sore = beurs
swallow = slikken
swollen = opgezet
symptoms = symptomen
twister = verdraaid
advice = advies
bend down = bukken
fables = fabels
literature = literatuur
narrative = verhaal
pretend = doen alsof
run away = weglopen
sniff = snuffen
traveller = reiziger
true = waar
wander away = weglopen
whisper = fluisteren
anniversary = trouwdag
familiar = vertrouwd
ashamed = beschaamd
attack = aanvallen
lie = liegen
moonlight = maanlicht
race = racen
shepherd = schaapsherder
terror = doodsangst ;terreur
villagers = dorpsbewoners
whether = of
wolf = wolf
burn = branden
absolutely = volkomen
autobiography = autobiografie
battle = strijd
best-known = bekendst
fascinating = fascinerend
novels = romans
poetry = poëzie
psychological = psychologisch
split personality = gespleten persoonlijkheid
success = success
villians = boeven
address = aanspreken
behaviour = gedrag
best-seller = bestseller
break down = forceren
case = zaak
cheque = cheque
childhood = jeugd
compliment = compliment
cruel = wreed
escape = vluchten
evil = kwaad
fact = feit
fiction = fictie
get rid of = afkomen van
immediate = direct
innocent = onschuldig
master = baas
monster = monster
murder = moord
pale = bleek
personality = persoonlijkheid
potion = drankje
pray = bidden
publish = publiceren
romance = romantiek
servants = huisbedienden
strength = kracht
suspect = verdenken
take pleasure = plezier halen
ugly = lelijk
well-respected = gerespecteerd
wild = wild
homesick = heimwee
upset = ontdaan
badly-behaved = slechtgemanierd
disgusting = walgelijk / smerig
lend = lenen
sight = aanblik
tiring = vermoeiend