unit 5 + 6 woordjes

Bij methode New Headway English Course deel 1 aangemaakt op 23-09-2020 door levi en inmiddels 531 keer bekeken.
Leerjaar: 2 Niveau: havo/vwo

Vragen

to affect = van invloed zijn op
alcohol = alcohol
ambition = ambitie
annoyed = boos
annoying = (iets of iemand is) irritant
applicable = (iets is) van toepassing (op)
to argue = ruzie zoeken, ruzie maken
army = leger
to arrange = afspreken (formeel)
average = gemiddeld
to be pleased for somebody = blij zijn voor iemand
to be responsible = verantwoordelijk zijn
behaviour = gedrag
to blame = de schuld geven
body piercing = body piercing
boots = laarzen
bored = verveeld
boring = saai
brat = deugniet
to bully = pesten
camp = kamp
to cheat / cheating = spieken
cheer up! = kop op!
chorus = refrein
confused = in de war (zijn )
confusing = verwarrend
cried = huilde (vt van huilen)
cruise = cruise (bootreis)
to delete = weghalen, wissen
depressed = depressief
depressing = deprimerend
desperate = wanhopig
disappointed = teleurgesteld
disappointing = teleurstellend
to discuss = bespreken
divorced = gescheiden
to end up = terechtkomen
exam = examen
excited = opgewonden
exciting = spannend
exhausting = erg vermoeiend, uitputtend
experience = ervaring
fascinated = gefascineerd
fascinating = boeiend
fault = fout
to be fed up with = iets zat zijn, ergens genoeg hebben van
to feel depressed = depressief voelen
to feel sorry for = te doen hebben met
to fight / fighting = vechten
footsteps = voetstappen
frightened = bang
frightening = angstaanjagend
to get married = gaan trouwen
give somebody a ring = iemand opbellen
to give up = stoppen met, opgeven
grade = cijfer, beoordeling
to have a drug problem = verslaafd zijn
headaches = hoofdpijnen
heartache = hartzeer (figuurlijk)
heavy (discussions) = heftige (discussies)
hike = wandeltocht
hope = hoop
horrible = vreselijk
hurt = geraakt / gewond
I'm thinking of = ik denk erover om
incredible = ongelooflijk
instruction / instructions = aanwijzing / aanwijzingen
intelligent = intelligent
to invite = uitnodigen
to lend = lenen (aan)
lie = leugen
looking forward to = kijken er naar uit
marathon = marathon
marital status = burgerlijke staat
nurse = verpleegkundige
occupation = beroep
orders = orders
out of control = onhandelbaar
permanent = vaste
physical activity = lichaamsbeweging
piercings = piercings
to plan = van plan zijn
to play truant = spijbelen
to post = posten / op de post doen
postcode = postcode
primary school = basisschool
prison = gevangenis
problem = probleem
to promise = beloven
psychologist = psycholoog
to rebel = in opstand komen (tegen iets of iemand)
relaxing = rustgevend
to remarry = opnieuw trouwen
to save money = sparen
secret = geheim
self-control = zelfbeheersing
seriously / serious = serieus
(to be) shocked = geschokt zijn
shocking = schokkend
signature = handtekening
situation = situatie
spy story = spionageverhaal
to steal = stelen
sunshine = zonneschijn
(to be) surprised = verbaasd / verrast zijn
surprising = verrassend
to swear = vloeken
to take drugs = drugs gebruiken
to tell a lie = een leugen vertellen
to tell a secret = een geheim vertellen
therapy = therapie
to be tired of = het zat zijn
tough = stevig
to train = trainen
troubled = met veel problemen
To trust = vertrouwen
vet = dierenarts
absolutely = absoluut
advantage = voordeel
afford = zich veroorloven
amazing = ongelofelik
angry = kwaad
be accepted = krijgen
birthplace = geboorteplaats
book = boeken
booking fee = boekingstoeslag
break up = beëindigen van de relatie
brilliant = briljant
building = gebouw
character = personage
check in = inchecken
comedy = komedie
contemporary = eigentijdse
cosmopolitan = kosmopolitisch
diverse = gevarieerde
expiry date = uiterste houdbaarheidsdatum
fashionable = modieus
be fed up = erg zat zijn
fluency = goede taalbeheersing
foreigner = buitenlander
friendliest = vriendelijkst
friendship = vriendschap
gender = geslacht
general knowledge = algeme kennis
generous = gul
get better = beter worden
get on well = elkaar leggen
hippo = nijlpaard
historical = historische
homeland = vaderland
hostel = jeugdherberg
human = menselijk
immigrant = immigrant
impolite = onbeleefd
independence = onafhankelijkheid
industrial = industrie
interest = interesse
jazz = jazz
leaflet = blaadje, folder
mean = gierig
mentioned = genoemd
messy = vies
miserable = ellendig
modern = modern
music scene = muziekgebeuren
nationaliy = nationaliteit
neighbour = buurman / -vrouw
online = online
owner = eigenaar
passion = passie
pleasure = plezier
polite = aardig
population = populatie
principe = principe
rap = rap
romance = romantiek
rude = onbeschoft
run = here: meedoen aan
science fiction = science fiction
sculpture = beeldhouwwerk
second hand = tweedehands
separate = aparte
shark = haai
sights = bezienswaardigheden
sightseeing = bezienswaardigheden bekijken
sightseeing tour = rit langs bezienswaardigheden
spicy = gekruide
stare = staren
stick together = blijven bij elkaar
sunset = zonsondergang
talented = getalenteerde
temple = tempel
terms and conditions = voorwaarden en condities
thief = dief
thriller = thriller
tour = rondreis
trip = reisje
untidy = slordig
vitality = vitaliteit / levendig