Hoofdstuk 24 - behaviour (1)

Bij methode Your own English deel 24 aangemaakt op 17-10-2021 door noor en inmiddels 325 keer bekeken.
Leerjaar: 3

Vragen

to behave = zich gedragen
behaviour = gedrag
conduct = gedrag
to punish = straffen
punishment = straf
rude = onbeschoft
to justify = rechtvaardigen
justification = rechtvaardiging
to admit = toegeven
to obey = gehoorzamen
to disobey = ongehoorzaam zijn
(dis)obedient = (on)gehoorzaam
(dis)obedience = (on)gehoorzaamheid
obstinate / stubborn = koppig
frank = eerlijk / openhartig
candid = eerlijk / openhartig
(in)consistent = (in)consequent
inconsistency = inconsequentheid
vain = ijdel
vanity = ijdelheid
(dis)honest = (on)eerlijk
to deceive = bedriegen
honesty = eerlijkheid
virtue = deugd
vice = ondeugd
(dis)loyal = (on)trouw
to harass = lastigvallen
harassment = intimidatie
hospitable = gastvrij
hospitality = gastvrijheid