Hoofdstuk 19 - 19/20
Bij methode Up & up aangemaakt op 19-01-2023 door luca en inmiddels 206 keer bekeken.
Leerjaar: 5
Niveau: havo
Vragen
measure = maatregel to deal with / to handle = omgaan met / aanpakken to reverse = omdraaien the reverse = het omgekeerde role reversal = rolwisseling to pretend = doen alsof pretence = voorwendsel trick = streek / truc miser = vrek / gierigaard mean = gierig mean = gemeen authority = gezag to provoke = uitlokken sense of humour = gevoel voor humor naughty = ondeugend to intrude = storen intruder = indringer similar = gelijk similarity = overeenkomst to apply (to) = gelden (voor) craze = rage to realise = beseffen consequence = gevolg consequently = als gevolg / daarom to quarrel / to argue = ruziemaken quarrel / argument / row = ruzie to insult / to offend = beledigen insult / offence = belediging furious = woedend offensive = beledigend polite = beleefd impolite = onbeleefd to tease = plagen to obtain / to get = krijgen to persevere = volhouden / volharden to agree (with) = het eens zijn (met) to disagree (with) = het oneens zijn (met) agreement = overeenstemming disagreement = verschil van mening / oneingheid deliberately = opzettelijk on purpose = opzettelijk harm = kwaad to harm = kwaad doen harmful = schadelijk harmless = onschadelijk affair = zaak to warn = waarschuwen warning = waarschuwing to decide = besluiten / beslissen decision = besluit / beslissing decisive = beslissend addicted (to) = verslaafd (aan) addiction = verslaving addictive = verslavend to detox = afkicken detox centre = afkickcentrum rehab centre = afkickcentrum compulsive gambler = gokverslaafde shopaholic / compulsive shopper = koopzieke