Hoofdstuk 3 - woordjes les 1 tm 4
Bij methode New Interface Blue Label 3 aangemaakt op 09-03-2023 door lynn en inmiddels 214 keer bekeken.
Leerjaar: 1
Niveau: vmbo-t
Vragen
add up (to) = optellen advice = advies another = nog één, een andere baggy = wijd,flodderig beach = strand boots = laarzen,hoge schoenen exactly = precies gloves = handschoenen high heels = hoge hakken jacket = jas,colbert kit = uitrusting mistake = fout mostly = vooral,meestal outfit = (kleding)set pair(of shoes/trousers etc.) = paar suit = pak trainers = sportschoenen trousers = broek woolly = wollig(e) wrong = fout,verkeerd afraid = bang belt = riem button = knoop celabrate(to) = vieren comment = commentaar,opmerking comfortabele = gemakkelijk,comfortabel dress(to) = zich aankleden,zich kleden imagine (to) = zich voorstellen latent = nieuwst(e) leathernecks = leren pocket = zak popular = populair real = echt reply (to) = antwoorden sign in(to) = intekenen,aanmelden silly = dwaas,onnozel skirt = rok slim = slank try(to) = proberen underneath = eronder blouse = bloes borrow(to) = lenen change(to) = zich omkleden discuss(to) = bespreken earring = oorbel fasionable = modieus fit(to) = passen get ready (to) = zich klaarmaken jewellery = sieraden past = langs,voorbij pretty = mooi shorts = korte broek suit (to) = passen bij,goed staan top = topje(kleding) traffic lights = verkeerslichten try on(to) = aanpassen turn(to) = afslaan umbrella = paraplu wardrope = kleerkast,garderobe wellies = regenlaarzen agree(to) = het eens zijn bargain = koopje cap = pet change = wisselgeld cost(to) = kosten customer = klant good-looking = knap guy = kerel,vent ill = ziek jumper,sweater = trui kid(to) = grapjes maken price tag = prijskaartje receipt = bonnetje repeat = herhalen sales assistant = verkoper,verkoopster size = maat special offer = speciale aanbieding spot = stip,puist stripe = streep sunglasses = zonnebril