Hoofdstuk 6 - Alle woordjes

Bij methode New Interface Blue Label deel 2 aangemaakt op 08-05-2018 door vince en inmiddels 808 keer bekeken.
Leerjaar: 1 Niveau: havo/vwo

Vragen

than = dan
either = of
doubt = twijfel
yours = de jouwe / die van jou
useful = nuttig
keen = veel zin hebben
advice = advies
lad = jongen, knaap
cricket = cricket
important = belangrijk
nobody = niemand
hero = held
boxer = bokser
move = verhuizen
born = geboren worden
boxing = boksen
fan = fan
relative = familielid
silver = zilver
medal = medaille
champion = kampioen
role model = rolmodel
mentally = mental
ring = boksring
sharp = scherp
Switzerland = Zwitserland
baseball = honkbal
bump in to = tegen het lijf lopen
reader = lezer
sporting legend = sportlegende
Olympic = Olympisch
tiger = tijger
ice-dancing = ijsdansen
game = wedstrijd
daft = stom
probably = waarschijnlijk
score = scoren
point = punt
anyone = wie dan ook
phone = opbellen
arrange = afspreken
see = langsgaan bij
in the end = uiteindelijk
stay = blijven
miss = missen
vote = stemmen
as well = ook
player = speler
each = elk
field = veld
quarter = kwart
half = helft
national = national
league = bond
slow = langzaam
stand for = betekenen
naturally = natuurlijk
hear = horen
offence = aanval
defence = verdedigen
decide = beslissen
difficult = moeilijk
discuss = bespreken
agree = eens zijn met
friendly = vriendschappelijke wedstrijd
research = onder zoeken doen naar
basics = beginselen
slow down = langzaam doen
quarterback = quarterback
impressed = onder de indruk
Italian = Italiaans
drawing = tekening
promise = beloven
notice = opmerken
disappear = verdwijnen
air = lucht
take notes = aantekeningen maken
move on = verdergaan
main story = hoofdartikel
advise = adviseren
popular = populair
check out = uitzoeken
exactly = precies
whole = heel
even more = nog meer
fishing = vissen
kid = grappen maken
get on = opschieten
the States = de Verenigde Staten
after all = tenslotte
cheerleading = cheerleading
surprise = verbazen
finish = zijn verhaal afmaken
incredible = ongelofelijk
contact = contact
aunt = tante
coach = coach
uncle = oom
win = winnen
cloakrooms = garderobe
absent = absent
sportsperson = sportpersoon
nettbal = soort korfbal
dull = saai
pastime = tijdverdrijf
echo = echo
athletics = atletiek
stunt = stunt
costume = kostuum, tenue
routine = optreden
mascot = mascotte