Hoofdstuk 3 - woordjes 1 t/m 5

Bij methode Go for it! aangemaakt op 26-06-2020 door eva en inmiddels 455 keer bekeken.
Leerjaar: 3 Niveau: vwo

Vragen

Ingepakt (in cadeaupapier) = gift-wrapped
stom = lame
indruk maken op = to impress
speciaal = special
kritisch = selective
gemeen = mean
voorstel = suggestion
geregeld = sorted
fantastisch = mind-blowing
Te gek = out of this world
bedoelen = to mean
Ritje = ride
Heteluchtballon = hot-air balloon
heel veel = a bomb
hoogte = height
achtbaan = roller coaster
Verlamd van angst = petrified
Geval = case
Hoogtevrees = vertigo
handtekeningenactie = petition
Toestemming geven = to give the go-ahead
reactie = response
overweldigend = overwhelming
uitdrukken = to express
verontwaardigd = outrage
Dreigen = to threaten
opvatting = view
kletsen = to chat
martelen = to torture
straling = radiation
Afschermen = to shield
Koker = tube
voldoende = sufficient
Onattent (geen rekening houdend met anderen) = inconsiderate
passen = to fit
Medereiziger = fellow traveller
genot = joy
Onverdraaglijk = unbearable
staan op = to insist on
Idioot = moron
richten op = to target
aanvallen = to attack
afsluiten = to bar
sms'en = to text
Je mond houden = to shut up
bewijs = evidence
verstoren = to interfere with
Een kladje opstellen = to draft
Kamperen = to camp
helemaal niet = not at all
eigenlijk = in fact
genoeg = enough
Snurken = to snore
Niezen = to sneeze
Hooikoorts = hay fever
duidelijk = obvious
Klaarmaken = to fix
pasteitje = pasty
verrassing = surprise
Drogist = chemist's
Tablet = Tablet
af en toe = on and off
veel = plenty
echtgenoot = husband
Gek maken = to drive round the bend
Wakker houden = to keep awake
camping = campsite
vork = fork
plaatsen = to position
verlichten = to alleviate
Symptoom = symptom
blij zijn = to be pleased
wire = metaaldraad
aviation = luchtvaart
to deter = afschrikken
to graduate = een diploma halen
to manage = slagen in
to save = sparen
altitude = hoogte
to reply = antwoorden
mechanic = monteur
landmark = mijlpaal
flight = vlcucht
headline = krantenkop
to return = terugkeren
to revolve around = draaien om
fate = lot
conditions = omstandigheden
backyard = achtertuin
equal = gelijkwaardig
to depart = vertrekken
to burn = laten branden
dawn = dageraad
faint = zwak
to interrupt = onderbreken
lighthouse = vuurtoren
courage = moed
hazard = gevaar
to stand one's ground = standhouden
offshore = voor de kust
rocket = raket
scientist = wetenschapper
coincidentally = toevallig
simulate = nabootsen
orbit = baan
to expose to = blootstellen aan
nutritional value = voedingswaarde
particle = deeltje
to smash into = botsen met
to occur = plaatsvinden
to degrade = afbreken
entire = heel
to figure out = uitzoeken
to survive = overleven
saliva = speeksel
muscle = spier
to adjust to = (zich) aanpassen aan
decline = afname
gravity = zwaartekracht
drawing board = tekentafel
relentless = gestaag