50-55
Bij methode Start Up deel 1 aangemaakt op 07-10-2023 door jayden en inmiddels 147 keer bekeken.
Leerjaar: 1
Niveau: havo/vwo
Vragen
criminal = misdadiger / crimineel innocent = onschuldig burglar = inbreker violence = geweld to kidnap = ontvoeren gang = bende to accuse (of) = beschuldigen (van) to rob = beroven to deny = ontkennen witness = getuige to prove = bewijzen proof / evidence = bewijs guilty = schuldig to release = vrijlaten little = weinig less = minder suicide = zelfmoord hostage = gijzelaar court = rechtbank to appear = verschijnen to disappear = verdwijnen trial = proces to hide(hid / hidden) = verbergen illegal = onwettig / illegaal against = tegen politics = politiek party = partij to vote = stemmen parliament = parlement to be against = tegen zijn discrimination = discriminatie to protest = protesteren reason = reden president = president Queen = koningin King = koning prince = prins princess = prinses speech = toespraak crown = kroon diamond = diamant palace = paleis Royal = koninklijk flag = vlag state = staat asylum seeker = asielzoeker government = regering refugee = vluchteling immigrant = immigrant guard = bewaker developing country = ontwikkelingsland war = oorlog to last = duren soldier = soldaat duty = taak hero = held to fight = vechten battle = (veld)slag enemy = vijand army = leger navy = marine jew = jood to survive = overleven peace = vrede necessary = nodig to attack = aanvallen attack = aanval officer = officier weapon = wapen gun = geweer / kanon to shoot = schieten shot = schot bomb = bom to destroy = verwoesten / vernietigen completely = helemaal rocket = raket submarine = onderzeeboot spy = spion quantity = hoeveelheid to contain = bevatten both = beide box = doos kilo = kilo litre = liter metre = meter foot = voet mile = mijl exactly = precies at least = minstens moreover = bovendien both...and = zowel...als neither = geen van beide to turn down = zachter zetten to add = optellen / toevoegen weight = gewicht size = grootte besides = behalve (sluit in) except = behalve (sluit uit) tiny = heel klein to drop = dalen / zakken Dozen = tiental phone = telefoon to phone = opbellen phone box = telefooncel phone call = telefoongesprek phone book = telefoonboek mobile phone = mobiele telefoon collect call = collect gesprek answer phone = antwoordapparaat channel = kanaal (tv) programme = programma telly / box = televisie to record = opnemen record = (grammofoon)plaat message = boodschap tape = band reporter = verslaggever to sound = klinken DVD player = dvd speler a commercial = een reclamespot viewer = kijker condition = voorwaarde to notice = opmerken / zien to inform = mededelen to hack = kraken human = menselijk mind = geest true = waar truth = waarheid to believe = geloven to lie = liegen lie = leugen liar = leugenaar clear = duidelijk to promise = beloven promise = belofte stupid = stom mad / crazy = gek to remember = zich herinneren secret = geheim to refuse = weigeren brains = hersenen to wonder = zich afvragen to invent = uitvinden to hestitate = aarzelen to persuade = overreden to dare = durven to advise = adviseren advice = advies wise = wijs to apologise = zich verontschuldigen apology = verontschuldiging