⦾ alles laten zien ⦿ alles verbergen ⇄ omdraaien ⤨ herhaal moeilijk ⤨ shuffle

Overhoren - Hoofdstuk 34 - Speaking - vwo 2

Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op . Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met of . Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.

Nederlands Engels
to speak (spoke – spoken) = ... ?
to understand (understood – understood) = ... ?
conversation = ... ?
to talk = ... ?
loud = ... ?
voice = ... ?
sound = ... ?
to listen (to) = ... ?
to repeat = ... ?
perfect = ... ?
to mention = ... ?
to shout = ... ?
pardon? = ... ?
to speak to = ... ?
just a moment = ... ?
to call back = ... ?
this is X = ... ?
X speaking = ... ?
subject = ... ?
to sing (sang – sung) = ... ?
to discuss = ... ?
discussion = ... ?
silence = ... ?
silent = ... ?
to interrupt = ... ?
to mean (meant – meant) = ... ?

Klaar!