Hoofdstuk 7 - Transport and travel
Bij methode Engels Idioom deel 7 aangemaakt op 30-11-2023 door siem en inmiddels 135 keer bekeken.
Leerjaar: 5
Niveau: vwo
Vragen
junction = kruispunt traffic jam = verkeersopstopping speed ramp = verkeersdrempel verge = berm congestions = opstopping pace = snelheid altitude = hoogte right of way = voorrang rush hour = de spits / het spitsuur to exceed = overschrijden prohibited = verboden convertible = cabriolet casualty = slachtoffer collision = botsing to skid = slippen bend = bocht to avert = voorkomen cautious = voorzichtig to commute = forenzen destination = bestemming itinerary = reisplan / reisbeschrijving (the next train is) to be due = moeten aankomen carriage = wagon aviation = luchtvaart vehicle = voertuig maintenance = onderhoud cargo = lading to dazzle = verblinden valid = geldig to stroll = slenteren to roam = zwerven to come across = toevallig tegenkomen coach = touringcar fare = tarief / kaartje leaflet = folder to assemble = zich verzamelen to abandon = verlaten to disembark = van boord gaan pit stop = (korte) tussenstop (tijdens een autoreis) hitchhiker = lifter stoep = pavement voetganger = pedestrian kruispunt = crossroad botsen tegen = to crash into inhalen = to overtake een boete krijgen = to be fined benzinestation = gas station brandstof = fuel perron = platform vertraging = delay file = tailback annuleren = to cancel VVV = tourist intomation centre informeren naar = to inquire about bezienswaardigheden = sights