Hoofdstuk 39 - Business (1)
Bij methode Engels Idioom aangemaakt op 17-07-2021 door julia en inmiddels 433 keer bekeken.
Leerjaar: 5
Niveau: vwo
Vragen
trade = handel to expand = uitbreiden expansion = uitbreiding to compete = concurreren / wedijveren competition = concurrentie competitor = concurrent competitive = concurrerend to manage = besturen / leiden profit = winst profitable = winstgevend share = aandeel to share = delen stocks = effecten stock exchange = effectenbeurs warehouse = pakhuis prosperous = welvarend prosperity = welvaart to prosper = bloeien boom = snelle groei to boom = snel groeien to yield = opleveren lucrative = zeer winstgevend to flourish = bloeien joint = gezamenlijk to exercise = uitoefenen manifestation = teken merchant = koopman merchandise = koopwaar attorney = gevolmachtigde