Hoofdstuk 3 - Culture

Bij methode Engels Idioom aangemaakt op 08-06-2021 door sven en inmiddels 429 keer bekeken.
Leerjaar: 4 Niveau: havo

Vragen

cast = rolbezetting
stage = podium
stunned = verbijsterd
part = rol
obsessed with = bezeten van
appalling = ontstellend
audience = publiek
director = regisseur
detachment = onpartijdigheid
vivid = levendig
to reveal = tonen
theme = thema
trait = eigenschap
undeniable = onbetwistbaar
to compose = samenstellen
gifts = talenten
performer = artiest
to release = uitbrengen
entertainment = vermaak
to rehearse = repeteren
cultivated = ontwikkeld
sculptor = beeldhouwer
vernacular = moedertaal
box-office = kassa van theater
to turn up = komen opdagen
to quote = citeren
suspense = spanning
slang = jargon
ordinary = alledaags
to commemorate = herdenken
sculpture = beeldhouwwerk
property = eigendom
heritage = erfgoed
to conserve = bewaren
exhibition = tentoonstelling
to restore = restaureren
artefact = kunstvoorwerp
busker = straatmuzikant
acoustics = akoestiek
impact = invloed
artificial = kunstmatig
phenomenon = verschijnsel
lyric = tekst
genuine = echt